Uitbreiding wonen op het water dreigt

Een nieuwe woonboot tegenover Prinsengracht 151, goedgekeurd door de Welstandscommissie: een 25 meter lang woonschip met een zinken of aluminium bovendeel. Een voorbeeld van een nieuwe type woonark dat toegestaan wordt in de binnenstad.
De deelraad heeft op 26 januari 2006 de Visie op het water van de binnenstad vastgesteld. Deze visie is nu uitgewerkt in de nota Welstand op het Water en de Richtlijnen bij vervanging en verbouwing van woonboten en bedrijfsvaartuigen. In de commissievergadering van donderdag 15 november werd deze nota door de deelraad besproken. De deelraad wilde dat eerst een beleid voor historische schepen wordt vastgesteld.

Uit de nieuwe vervangingsregels blijkt dat het stadsdeel het uitsterfbeleid voor woonarken wil beëindigen en het weer mogelijk wil maken dat woonarken worden vervangen door woonarken. Daardoor komen we nooit van de drijvende schoenendozen af en dreigt een nieuwe uitbreiding van het wonen op het water. In de praktijk is er de laatste jaren overigens niet zoveel afgestorven. Er is vooral gereïncarneerd, want ondanks het uitsterfbeleid zijn er diverse nieuwe drijvende schoenendozen gekomen. Vaak onder het mom van een verbouwing, terwijl alles werd vervangen op de betonnen drijfbak na. Het beschermd stadsgezicht is er dus nog niets beter op geworden.

In wat nu wordt voorgesteld zijn voor de vervanging van woonarken nieuwe maximale maten aangegeven. Dat worden, valt eenvoudig te voorspellen, eenvormige dozen met het maximale volume dat is toegestaan. De vereniging heeft zich in haar schriftelijke inspraakbijdrage afgevraagd waarom op het water een dergelijke volumevergroting wordt toegestaan. Dat de vrees van de vereniging terecht is, bleek onlangs uit een vervangingsaanvraag, waarbij het volume van de woonark met niet minder dan 60% zou toenemen! Welke nieuwe woonarken we in de grachten gaan krijgen als de vervanging van woonarken door arken wordt gelegaliseerd, is al op een aantal plaatsen in de grachten te zien. Een voorbeeld is de Sigaar tegenover Prinsengracht 151, goedgekeurd door de Welstandscommissie: een 25 meter lang woonschip met een aluminium bovendeel.

De vereniging is niet tegen woonboten in het algemeen. Wel vinden wij dat veel woonboten op de verkeerde plaats liggen en dat de meeste geen aanwinst voor het historisch stadsbeeld zijn, integendeel. De huidige situatie is verre van optimaal. Om een voorbeeld te geven: Op het eerste rak van de Prinsengracht liggen woonboten met tussenruimtes van nog geen 30 cm naast elkaar en het zijn bijna allemaal arken. Van enige harmonie tussen walbebouwing en die op het water is geen sprake: erger nog over een lengte van honderden meters is vanaf de wal geen water te zien en omgekeerd. Dergelijke situaties zijn op vele plekken in de stad terug te vinden. Hier kan veel verbeterd worden. De volgende feiten maken echter duidelijk dat het schrikbeeld overal gemeengoed kan gaan worden:

  • Voorgesteld wordt om het vervangingsverbod voor arken op te heffen. Dat betekent niet alleen dat deze (binnen het beschermd stadsgezicht) ongewenste bouwvorm tot in lengte van dagen in stand wordt gehouden, maar erger nog, dat allerlei vaartuigen die niet onder de strikte norm van een schip vallen in de toekomst vervangen mogen worden door arken. En van die mogelijkheid zal gretig gebruik gemaakt gaan worden, zo verwachten wij: de eerste aanvraag is al binnen. Niet iedereen is immers bereid om de ongemakken van een schip op de koop toe te nemen: een ark kan veel meer wooncomfort bieden, is dus aantrekkelijker en levert bij verkoop veel meer op omdat de 'markt' van gegadigden veel groter is.
  • Zelfs bij het nu geldende vervangingsverbod voor arken kan die regel ook nog eens eenvoudig ontdoken worden: eerst wordt een aanvraag ingediend voor het vervangen van de complete opbouw, maar omdat het uiterlijk niet of nauwelijks verandert wordt dit beoordeeld als verbouwing en dat is wel toegestaan. Dan wordt (bijvoorbeeld een jaar later) de betonnen bak vervangen en ook dat mag. Beide acties worden beoordeeld als verbouwing, maar in feite is hier sprake van complete vervanging. Ook in de nieuwe regels is dit trucje nog steeds mogelijk.
  • Volgens de huidige voorstellen hoeft bij vervanging de onderlinge afstanden tussen de boten NIET te voldoen aan het minimum van 2 meter (en 10 meter vanaf een historische brug).

Er is geen goede reden te bedenken waarom op het water uitbreiding van het op dit moment gebruikte volume zou moeten worden toegestaan waar dit op de wal niet zo is. Voor dat volume is destijds bij de aanschaf betaald en wie behoefte heeft aan een groter woonvolume zal - net als op de wal - moeten omzien naar een andere boot of woning. Ook constateren wij dat aan de zeer ongewenste situatie waarbij woonboten te dicht op elkaar liggen op deze manier geen einde komt: de nu voorgestelde richtlijn zal dus niet leiden tot een verbetering van het aanzien van de situatie op het water: integendeel. Het stadsdeel is echter vanwege de aanwijzing van de binnenstad als beschermd stadsgezicht verplicht de situatie op het water te verbeteren, overigens niet alleen vanwege de beschermde status van het stadsgezicht maar ook omdat wij graag zouden willen dat het water beter gebruikt werd en voor een deel de functie terugkreeg die het vroeger had, om goederen en mensen te vervoeren en te genieten van de stad. Het water is in onze mening openbare ruimte, zelfs de voor het stadsgezicht belangrijkste open ruimte, terwijl op veel plaatsen het water niet eens te zien is. De situatie van vandaag is het gevolg van een jarenlange verwaarlozing door de overheid waardoor het publieke domein grotendeels is geprivatiseerd.

De vereniging heeft daarom in haar inspraakbijdrage over de vervangingsrichtlijnen het volgende voorgesteld:

  1. Het beleid van de laatste jaren (arken niet door arken vervangen) wordt op dit punt niet afgebroken maar voortgezet. Het doel moet zijn: arken worden vervangen door schepen.
  2. Om het uitsterfbeleid voor arken effectief te maken zal ook het hierboven genoemde verbouwingstrucje moeten worden voorkomen.
  3. Bij vervanging / verbouwing mag het gebruikte volume niet groter worden dan het volume vóór de verbouwing / vervanging en zal verder moeten worden voldaan aan de in de richtlijn opgenomen maximale maten.
  4. Uitgangspunt bij de herindeling van de rakken waarin woonboten liggen moet zijn dat de onderlinge afstand minimaal 2 meter moet bedragen, zonder uitzondering, ook al vanuit het oogpunt van brandveiligheid. Dat zal er wellicht toe leiden dat per rak één of twee boten zullen moeten verhuizen naar nieuw aan te leggen locaties, zoals voorzien in de Visie op het water. Daarin is voorzien in de aanleg van enkele tientallen nieuwe locaties t.b.v. herschikking.
  5. Datzelfde geldt bij de afstand t.a.v. de afstand tot historische bruggen: minimaal 10 meter, zonder uitzondering. Dat zou trouwens voor alle bruggen moeten gelden (waardoor ook de zij- doorgangen van de brug weer bruikbaar worden) en ook voor kruisingen van vaarwegen waar geen brug ligt (voorbeeld: hoek Prinsengracht / Brouwersgracht).

In haar inspraakbijdrage over de welstandsrichtlijnen voor woonboten heeft de vereniging voorgesteld het aantal categorieën woonboten niet te verkleinen (zoals het stadsdeel wil), maar zelfs uit te breiden. In plaats van de huidige indeling in woonschepen, woonvaartuigen en woonarken dienen we onderscheid te maken in (1) historische schepen, (2) woonschepen, (3) woonvaartuigen, (4) woonschuiten (dekschuiten met opbouw) en (5) woonarken (betonnen bak met opbouw). Er dient vervolgens een beleid te zijn om de vervanging van 2 door 1, 3 door 2, enzovoort, te stimuleren. Voor (4) en (5) dient een echt uitsterfbeleid te gelden. Ons voorstel is vergelijkbaar met de Waarderingskaart voor de gebouwde omgeving waar monumenten en gebouwen waardevol voor het stadsgezicht worden beschermd en voor lelijke gebouwen wordt gestimuleerd dat zij worden vervangen door beter bij het stadsgezicht passende bouwwerken.

In tegenstelling tot wat Piet Dekker van de woonbotenorganisaties in de Jordaankrant zei na de tumultueuze inspraakavond in de Westerkerk op 7 juni 2005 - waar veel walbewoners hun ongenoegen lieten blijken - heeft de vereniging constructieve voorstellen om de situatie op het water te verbeteren. De tijd is voorbij dat de wal- en woonbootbewoners tegen elkaar worden uitgespeeld. Beiden hebben belang bij een verbetering van de situatie op het water. De vereniging staat op het standpunt dat die noodzakelijke verbetering via een geleidelijke weg tot stand moet komen - gedwongen verhuizingen zijn niet aan de orde. Maar juist dan dient het huidige uitsterfbeleid voor bepaalde woonboten in stand te blijven.

Hier kunt u meer lezen en de nota downloaden:
[Welstand op het water]

[Schriftelijke inspraakreactie vervangingsrichtlijnen woonboten] (1 juni 2007, PDF-bestand)
[Schriftelijke inspraakreactie welstandscriteria woonboten] (23 december 2006, PDF-bestand)

Meer lezen:
[Eerder artikel over de vervangingsuitbreidingen in 2003]

(WS/RS, 2/6/2007, gewijzigd 23/11/2007)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.