Gebouw De Bazel in de Vijzelstraat waarin zowel het Stadsarchief als het Bureau Monumenten & Archeologie zijn gehuisvest. |
Hier volgt de inspraak van Walther Schoonenberg in de Commissie Kunst en Cultuur, Sport en Bedrijven van wethouder Gehrels op donderdag 13 december 2007:
Bij bestudering van de stukken over het voorstel van de wethouder Gehrels de DAB op te heffen viel het
ons op dat er slechts financiële argumenten worden genoemd, waarom BMA beter zou kunnen functioneren
onder DMB. Het is ons inziens een slechte zaak dat er zonder enige inhoudelijke overweging wordt beslist
over zo'n belangrijk instituut als de gemeentelijke monumentenzorg. Amsterdam is de belangrijke monumentenstad
van Nederland. De aanwijzing van de Amsterdamse binnenstad op de Unesco-Werelderfgoedlijst is in
voorbereiding. Zou er niet beter nagedacht moeten worden over de vraag onder welke organisatorische
randvoorwaarden de hoofdstedelijke monumentenzorg optimaal kan functioneren?
In de brief waarin de Ondernemingsraad van de DAB vraagt het voorstel niet over te nemen, staan de
inhoudelijke tegenargumenten dat BMA geen vergunningen verstrekt én dat afwegingen tussen
milieuaspecten en monumentenzorg door de politiek dienen te worden gemaakt en niet door de directeur
van DMB: “Plaatsing binnen DMB maakt dergelijke afwegingen politiek onzichtbaar”. Wij zijn het daar
mee eens.
In onze mening dient BMA een onafhankelijk expertisecentrum te zijn. Het Bureau mag niet ondersneeuwen
in een ambtelijke organisatie met dito hiërarchische lijnen. Plaatsing onder DMB is verkeerd omdat in
dat geval monumentenbelangen ondergeschikt worden gemaakt aan Milieu en Bouwtoezicht. In de praktijk
weten we dat die belangen kunnen botsen. Een afweging tussen die belangen dient daarom op een hoger
(politiek) niveau te worden gemaakt. Dat betekent dat DMB en BMA hiërarchisch op hetzelfde niveau
moeten staan, de één dus niet ondergeschikt aan de ander.
Het voorstel behelst het behalen van een korte termijn financieel gewin. Of dat het geval is, valt overigens
nog maar te bezien valt (zie de OR-brief). Monumentenzorg heeft betrekking op lange termijn belangen als
behoud van het erfgoed van vorige generaties in het belang van volgende generaties. Dat mag nooit de
speelbal zijn van budgettaire overwegingen. De waan van de dag is levensgevaarlijk. Daarom hebben we
een sterk en onafhankelijk BMA nodig waar mensen werken die ook in de internationale wereld van
de monumentenzorg gezag hebben, zodat de Unesco er op kan vertrouwen dat er in Amsterdam goed met
het Werelderfgoed wordt omgegaan. BMA heeft een eigen verantwoordelijkheid, namelijk opkomen voor
de monumenten. Het huidige voorstel is in onze mening - na alle aanslagen van de afgelopen jaren - de
volgende stap op de weg naar de ontmanteling van de hoofdstedelijke monumentenzorg. Het betekent de
stille dood van de hoofdstedelijke monumentenzorg.
De VVAB heeft een alternatief voorstel voor de positionering van BMA. Wij pleiten voor de plaatsing van
BMA direct onder de Burgemeester, zoals ook het geval is bij het Stadsarchief. Dat is meer in
overeenstemming met het relatieve belang van de monumenten voor onze stad. Ons voorstel betekent niet
dat monumentenzorg niet meer valt onder de wethouder monumenten. Het gaat ons er om dat de ambtelijke
positionering garandeert dat monumentenzorg zonder inmenging van andere gemeentelijke diensten de
belangen van de monumenten kan behartigen. De afweging tussen belangen ligt dan op het niveau waar
het thuishoort: bij de politiek.
(WS, 15/12/2007)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.