[Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad]

Zienswijze

"Tijdelijk" beeld op Westermarkt

Aan: College van B & W
p/a Dienst Binnenstad
Postbus 202
1000 AE Amsterdam

Betreft: zienswijze 01-01-0405, monument aan de openbare weg Westermarkt

Geacht College,

Wij hebben bezwaar tegen het oprichten van een tijdelijk 'monument' op de Westermarkt. Allereerst moet je, zoals u weet, met "tijdelijk" altijd oppassen in Amsterdam. Een jaar kan zo twee jaar worden en twee jaar tien jaar.

De Westermarkt is onlangs fraai ingericht volgens de nieuwe beleidsregels "schoon, mooi en ruimtelijk". Bij deze herinrichting is de markt zoveel mogelijk 'opgeschoond' van allerlei toevoegsels, waardoor de markt in de loop der jaren was dichtgeslibd. Men heeft toen zorgvuldig gekozen voor een paar belangrijke monumenten, het beeldje van Anne Frank en het Homomonument. Deze monumenten komen tot hun recht omdat ze in een open ruimte staan. De gemeente moet ervoor waken dat het plein en de monumenten nu niet opnieuw ondersneeuwen in een brij van allerhande beelden en bouwsels. Het nieuwe beeld is een zeer prominente plaats op de Westermarkt toegedacht. Omdat de beelden met elkaar gaan concurreren, zal de importantie van de bestaande monumenten hierdoor sterk gereduceerd worden.
Hoewel de strekking van het zogenaamde 'monument', "houd de stad schoon", ons niet ontgaat, vragen wij ons af of de Westermarkt niet van dit beeld verschoond zou moeten blijven. Afgezien van het bedenkelijke niveau van het ontwerp, dat in de sfeer van een reclamegrap thuishoort en niets met beeldhouwkunst te maken heeft, vinden wij de Westermarkt beslist niet de meest geschikte plaats voor een beeld van dergelijke strekking. Dat zo kort na het gereedkomen van de ruimtelijke inrichting van de Westermarkt alweer een potsierlijk beeld de fraaie openbare ruimte kapot zou maken, toont aan dat we zeer op onze hoede moeten zijn voor allerhande 'verbeteringen'. Een mooie openbare ruimte moet voortdurend bevochten worden. We hebben in Amsterdam een rijke traditie als het gaat om het verpesten van de weergaloze ruimte. Laten we verstandig zijn en nu eens afblijven van die mooie binnenstadspleinen, zodat de burger kan genieten van het monument dat Amsterdam zelf is.

Hoogachtend,
Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad

Walther Schoonenberg, voorzitter
Simon Blijleven, penningmeester

Amsterdam, 24 juli 2001