Berlagiaanse invloeden rond de Middeldam

Aan het oostelijke deel van de Dam kwamen in de jaren tien van de twintigste eeuw meerdere gebouwen tot stand, waarvan de ontwerpen aan de strenge opvattingen moesten voldoen van een esthetische commissie waarin zowel H.P. Berlage als P.J.H. (Pierre) Cuypers zitting hadden. Die commissie kreeg zelfs de bevoegdheid zich in te laten met de keuze van de architect. Tot in de kleinste details bemoeide de commissie zich met de ontwerpen. Zo kwam er rond de voormalige Middendam een viertal gebouwen tot stand die bepaald niet uitblonken door creativiteit. Daarvoor moesten de architecten te veel concessies doen aan de commissie. Doordat de vier betrokken architecten aansloten bij een sobere, rationalistische stijl ontstond er wel een zekere stilistische eenheid, die na de Tweede Wereldoorlog echter verloren ging door afbraak en een ingrijpende verbouwing.

Voor de verbetering van het oostelijke deel van de Dam, de voormalige Middendam, schreef de gemeente in 1908 een prijsvraag uit. Het bekroonde ontwerp van J.M. van der Meij kwam echter niet tot uitvoering. Aangezien iedereen het er wel over eens was dat aan de verbetering van de verkeersafwikkeling en verfraaiing van de bebouwing op en rond de Dam niet langer viel te ontkomen, vond in de jaren 1912 tot 1915 een grootscheepse onteigening en sloop van de oostelijke bebouwing rond de Dam plaats. Het Kommandantshuis en de omringende bebouwing aan de kant van het Damrak in het noorden, de huizen aan de Vijgendam in het zuiden en het huizenblok tussen de Middendam (ook wel Middeldam genoemd) en de westzijde van de Warmoesstraat moesten voor de voorgenomen nieuwbouw wijken. Aanvankelijk was het de bedoeling midden op de sterk vergrote Middendam tegenover het paleis een nieuw stadhuis te bouwen, maar mede door de hoge kosten kwam het daar niet van.

Afb. 1. De Zuidoostelijke Dam anno 2017, met rechts het gebouw Industria van Foeke Kuipers en links Lewenstein van H. Elte. (foto: Wim Ruigrok)

Raadhuis-Dam-Commissie

De Raadhuis-Dam-Commissie werd in 1910 ingesteld om de bouw van een nieuw raadhuis op de Middendam te begeleiden. In de commissie zaten de vooraanstaande architecten Berlage, Cuypers en C. Muysken. Al snel wist deze commissie haar mandaat zodanig te verruimen, dat het alle nieuwbouwplannen rond de Dam namens het stadsbestuur op esthetische kwaliteit ging beoordelen. (1) Op de bebouwing van het oostelijke deel van de Dam drukte de commissie daardoor nadrukkelijk haar stempel. Geen ontwerp ontkwam aan de ongenadig kritische blik van de commissie, die niet schuwde veranderingen in de ontwerpen dwingend voor te schrijven. Vooral Berlage maakte zich hieraan schuldig. Hij verdedigde zijn vergaande bemoeienis door te wijzen op de in zijn ogen inferieure kwaliteit van de voorgelegde ontwerpen van volgens hem ongekwaliceerde architecten. Dit leidde naast 'hoogstnoodzakelijk verbeteringen' tot oplopende irritaties van de indieners over de hinderlijke bemoeizucht en het daaruit voortvloeiende tijdsverlies. Uit de bijna woordelijk genotuleerde handelingen van de commissie komen deze fricties duidelijk naar voren. (2)

Trage start

Afb. 2. Gebroeders Van Gendt, Niet-uitgevoerd ontwerp voor een winkel voor Hajenius uit 1911 op de hoek van de Vijgendam en Rokin (rechts). Het bureau Van Gendt tekende een groter gebouw dan het hoekkavel van Hajenius besloeg. (collectie Het Nieuwe Instituut, Rotterdam)

Voor de eerste nieuwbouw aan de oostelijke Dam leverde J.A. van Straaten (1862-1920) het ontwerp. Op het terrein waar tot medio 1903 de beurs van J.D. Zocher stond bouwde hij in 1910 een nieuwe Bijenkorf. Het monumentale warenhuis in traditionalistische stijl opende in 1914 zijn deuren na de nodige tegenslagen en aanpassingen. Aangezien de verkoop van het beursterrein iets vooruitliep op de instelling van de Raadhuis-Dam-Commissie, kon deze het ontwerp van de Bijenkorf tot haar spijt niet meer helemaal naar haar hand zetten. Met de verkoop van door sloop vrijgekomen percelen liep het niet storm. (3) Eind 1911 hadden zich alleen gegadigden gemeld voor het bouwblok tussen de Vijgendam en de kop van het Rokin op de plaats van het huidige gebouw Industria. (4) Daaronder bevond zich de firma Hajenius, die eind oktober een bod deed op een klein perceel op de hoek van de Vijgendam en Rokin voor de bouw van een kantoor- en/of winkelpand met bovenwoningen. (5) Het schetsontwerp van het bureau Van Gendt toont een gebouw in een droge, tamelijk zakelijke stijl (afb. 2). Publieke Werken achtte het ontwerp niet uitvoerbaar op deze plaats en vond bovendien het bod op het perceel te laag. Dit plan hoefde het oordeel van de drie heren dan ook niet te ondergaan.
Voor de bebouwing van het vrij gelegen perceel op de Middendam tegenover het Paleis op de Dam opperden meerdere geïnteresseerden dit perceel in kleinere eenheden te verdelen, waarbij het aan de zijde tegenover het Paleis plaats kon bieden aan een café of een warenhuis. Aan de achterzijde (aan de Warmoesstraat) konden dan winkels komen met kantoren daarboven. De gemeente nam deze suggestie van aspirant-kopers niet over. In januari 1913 dienden de broers P.J. en L.A. Zürcher en makelaar J. Lobatto een plan in voor de bouw van een zakenhotel-café-restaurant, ontworpen door Willem Kromhout. (6) Kromhout moest zijn ontwerp zo vaak overdoen dat het voor de broers Zürcher uiteindelijk te laat kwam en het belangrijkste perceel uiteindelijk leeg bleef.

Ballotage

Aan de zuidoostkant van de Dam begon de bebouwing met een in 1913 geopend winkelpand op de hoek van de Vijgendam en de Nes naar een ontwerp van H. Elte (1880-1944) voor de firma Lewenstein (afb. 1). Voor het ontwerp van dit winkelhuizencomplex gaf de commissie in juni 1912 goedkeuring, evenwel nadat de architect zijn ontwerp meerdere keren flink had moeten herzien. (7) Aangezien de commissie Eltes eerste ontwerp ondermaats vond, stelde zij de gemeente voor om voortaan prijsvragen uit te schrijven. Daar voelde de gemeente niets voor. Wel stemde de raad in oktober 1912 in met het verzoek van de commissie om gegadigden voor de grond te laten aangeven welke architect zij in de arm wilden nemen. Die moest dan opgave doen van de door hem uitgevoerde werken. (8) B en W konden dan op advies van de commissie besluiten al dan niet akkoord te gaan met de architectenkeuze en op die manier 'de onderhandelingen over de uitgifte mede afhankelijk stellen van de waarborgen voor een goede architectonische verzorging gelegen in de architect'. (9) Daarmee beschikte de commissie over een krachtig drukmiddel om ontwerpen naar haar hand te zetten.
Rechts naast Eltes pand kwam de Industrieele Club met een voorstel voor het gebouw Industria. Aanvankelijk werd architect Foeke Kuipers (1871-1954) te licht bevonden, ook al had hij aan de Quellinusschool nog les van Berlage gekregen. Meerdere ontwerpen volgden elkaar op voordat de commissie eindelijk, en nog steeds met lange tanden, haar verklaring van geen bezwaar verstrekte (afb. 1). In 1916 nam de club het gebouw in gebruik. Ondanks de uiterst kritische noten van de commissie kreeg het gebouw positieve kritieken. De architectuurcriticus J.A. Graaand merkte direct na voltooiing op: 'Zeer zeker vraagt het gebouw “Industria” van den architect Foeke Kuipers aller aandacht, vooral omdat het zoo nauw in verband staat met de veelbesproken Dambebouwing. Ofschoon het een grote tegenstelling vormt met het meesterstuk van Jacob van Campen, harmonieert het gebouw er zeer wel mede en stoort het de aesthetische gevoelens niet'. (10)

Afb. 3. Gebroeders Van Gendt, Eerste, niet-uitgevoerde ontwerp van het Polmanshuis aan de Warmoesstraat, 1912. (collectie Het Nieuwe Instituut, Rotterdam) Afb. 4. Gebroeders Van Gendt, Tweede, uitgevoerde ontwerp van het Polmanshuis, 1913. (Collectie Het Nieuwe Instituut, Rotterdam)

Polmanshuis

Aan de oostkant van de Dam kwam in 1916 in wat toen nog de Warmoesstraat was, het zogenaamde Polmanshuis gereed naar een ontwerp van het bureau Van Gendt uit de jaren 1912-1913. Naamgever was de familie Polman, die in 1863 het Beijersch Bierhuis De Bijenkorf op Warmoesstraat 195 had overgenomen. (11) In de loop der jaren ondernam A.W. Polman (1861-1942) meerdere verbouwingen en uitbreidingen, waarbij het complex uitgroeide tot een gerenommeerd restaurant met vergaderzalen en kantoren. Na aankoop van omringende panden diende Polman in januari 1913 een plan in bij de gemeente voor de bouw van een nieuw hotelrestaurant met kantoorruimten en vergaderzalen op deze plaats. (12) Een eerste ontwerp van het bureau Van Gendt van november 1912 toont een fors gebouw van zeven bouwlagen (afb. 3). In de voorgevel scheiden twee, met uitschulpende topgevels bekroonde, risalieten het brede middendeel van de hoekassen. Van medio 1913 dateert het uitgevoerde en totaal gewijzigde gevelontwerp, dat onder meer door de fors grotere vensters en minimale ornamentering veel strakker en rustiger oogt (afb. 4). Van het asymmetrische ontwerp ligt het accent duidelijk op de drie rechter assen, vooral door het hogere tentdak met dakruiter en de forse ingangspartij. Tot een hoogte van ongeveer tien meter kreeg het gebouw een natuurstenen plint, daarboven baksteen in de handvorm, met zandstenen ornamenten en omlijstingen. Bovenin was het gebouw veel minder rijk uitgevoerd, maar het was dan ook bedoeld om aan een betrekkelijk smalle straat te staan.
De vergaderverslagen van de Raadhuis-Dam-Commissie bevatten ook niet de geringste aanwijzing dat de commissie zich over dit bouwplan heeft gebogen. Een verklaring daarvoor kan zijn dat het Polmanshuis toentertijd aan de oostkant van de Warmoesstraat stond en die kant buiten de onteigening viel. Het lijkt er op dat de commissie niet bevoegd was om zich over het bouwplan van Polman uit te spreken, in weerwil van haar neiging om het werkgebied maximaal op te rekken. Zo bemoeide de commissie zich wel met de nieuwbouw van De Groote Club naast het Paleis op de Dam, op de hoek van de Kalverstraat. Zij beriep zich daarbij op het verzoek van B en W van februari 1911 aan de commissie om 'van advies te willen dienen omtrent alle plannen tot bebouwing van de aan de Dam en omgeving vrijkomende terreinen'. (13) Hoe dan ook lijken de opdrachtgever en het bureau Van Gendt zich evenwel te hebben geconformeerd aan de smaak van de commissie, die een sober rationalisme voorstond, net zoals Berlage zelf toepaste.

Onbegonnen werk

Afb. 5. De noordoosthoek van de voormalige Middendam, met v.l.n.r. de Bijenkorf, het kantoorgebouw van Van Niftrik en het Polmanshuis.

Aan de noordoostkant van de Dam, rechts naast de Bijenkorf bouwde P.H van Niftrik (1867-1941) in 1915 een kantoor/winkelpand in opdracht van de NV Hollandsche Woningmaatschappij 1913. Over dit ontwerp boog de commissie zich voor het eerst in februari 1914. (14) Berlages oordeel was vernietigend: 'onbegonnen werk de gebreken alle op te sommen en de middelen tot verbetering aan te wijzen. Deze ontwerper moet zich met een bevoegd architect verstaan om er iets van terecht te brengen.' De commissie verwees het plan daarmee regelrecht naar de prullenbak. Ettelijke herziene plannen verder oordeelde de commissie eind augustus 1914 dat goedkeuring was gewettigd (afb. 5).

Monumentaal ensemble

Met Van Niftriks gebouw was de nieuwe bebouwing van de oostelijke Dam voltooid. De vier verrezen gebouwen waren duidelijk op elkaar afgestemd door hun natuurstenen plinten en bakstenen gevels met natuurstenen onderdelen op constructief relevante plaatsen. Zo zijn natuurstenen onderdelen toegepast als aanzet van bogen, als sluitsteen, als strek boven vensters, als stijl of dorpel van een venster en als beitel (driehoekig veld) in een geveltop, precies zoals Berlage zelf deze decoratieve onderdelen toepaste. Dit gaat om een rationalisme zoals P.J.H. Cuypers dat binnen een veel rijkere stijl ook al had voorgestaan, maar dat Berlage wilde ontdoen van zijn historisme.
De droge stijl van het rationalisme leverde een zekere eenheid op, die na de Tweede Wereldoorlog verloren ging. In 1950 lijfde het naburige Hotel Krasnapolsky het Polmanshuis in, waarna een ingrijpende verbouwing tot grand hotel volgde in 1952, met geld van de Marshallhulp. De voorgevel aan de Dam verloor veel van zijn oorspronkelijke karakter door de toevoeging van een extra verdieping met een plat dak in een amboyant modernisme, ten koste van het karakteristieke zadeldak met het torentje. (15)
Het Nationaal Monument van architect J.J.P Oud uit 1956 er pal voor, draagt evenmin bij aan de eenheid. Het gebouw van Van Niftrik werd in 1989 gesloopt. In 1991 verrees hiervoor in de plaats een nieuw kantoorgebouw naar ontwerp van Cees Dam (1932), dat momenteel een facelift ondergaat. Alleen al door de grote schaal vormde dit gebouw van meet af aan een aanslag op de visuele eenheid van het plein.

Gert Eijkelboom en Gerrit Vermeer

Voetnoten:
1. 'Uitbreiding van de taak der Commissie', brief van de Raadhuis-Dam-Commissie aan B en W, 9 januari 1911, 273 PW 1911, SAA 5180: 11777; 'Extract uit het boek der besluiten van B en W van Amsterdam', 10 februari 1911, 273 PW 1911, SAA 5180: 11777.
2. Zie HNI BERL 298.2.
3. 'Gegadigden voor nieuwe terreinen aan het Damplein', directeur PW aan wethouder PW, 20 december 1911, 8939 PW 1911, SAA 5180: 11777. De kavels zijn ook aangegeven op situatietekening A bij de Damprijsvraag, nummer A tot en met D.
4. 'Gegadigden voor nieuwe terreinen aan het Damplein', directeur PW aan wethouder PW, 20 december 1911, 8939 PW 1911, SAA 5180: 11777.
5. Brief van P.G.C. Hajenius aan B en W, 31 oktober 1911, 8939 PW 1911, SAA 5180: 11777.
6. Gert Eijkelboom en Gerrit Vermeer. Een hotel-restaurant op de Middendam van W. Kromhout in: Binnenstad 277.
7. 'De Dambebouwing' De Tijd, 7 juni 1912; verslag vergadering Raadhuis-Dam-Commissie van 1 juni 1912, HNI/NAi BERL 298.2.
8. Gemeenteblad 1912, afdeling 2, bespreking missive 759 van B en W.
9. 'Brief Raad-Dam-Commissie aan B en W, 17 juni 1912, 4567 PW 1912, SAA 5180: 11777; brief van B en W aan de Raadhuis-Dam-Commissie, 12 augustus 1912, 4567 PW 1912, SAA 5180: 11777; Gemeenteblad 1912, afdeling 1, 927 e.v.
10. http://www.amsterdam.nl/kunstencultuur/monumenten/monumenten-0/gebouwen-gebieden/ beschrijvingen/industria/ (geraadpleegd 04-2014). De webpagina vermeldt de bron van het citaat niet.
11. Advertentie in het Algemeen Handelsblad, 13 juli 1863.
12. 'Polmanshuis', Algemeen Handelsblad, 17 maart 1914.
13. HNI/NAi BERL 298.2, notulen vergadering 30 januari 1912; Besluit B en W van 10 februari 1911, 273 PW 1911, SAA 5180: 11777.
14. HNI/NAi BERL 298.2, notulen vergadering 17 febr. 1914.
15. 'De Dam als plaats van herinnering, Krasnapolsky', http://www.amsterdam.nl/beeldverhaal/2666/ (geraadpleegd 04-2015).

(Uit: Binnenstad 280, maart/april 2017)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.