Aan de Amsterdamse Wallen

In het grootste deel van hun zevenhonderdjarig bestaan waren de Wallen het toneel van alledaagse, vrome en voorname besognes. Tussen kloosters en kerken hadden burgemeesters en kooplui er hun woon- en handelshuizen. Later zaten er ambachtelijke bedrijfjes en woonden er gewone Amsterdammers. De mix van alledaagse, chique en louche activiteiten heeft de buurt een bijzonder aanzien opgeleverd. Het boek 'Aan de Amsterdamse Wallen' beschrijft een van de grootste en best bewaarde historische binnensteden ter wereld, die in één adem met de aangrenzende grachtengordel mag worden genoemd en geroemd.

In de rijk geïllustreerde uitgave wordt in zo'n veertig hoofdstukken de roemruchte geschiedenis van het wallengebied beschreven met onder meer verhalen over het oudste huis, Chic en Sjofel op de Geldersekade, de Vrome Wallen, de Gevelrijkdom van de Wallen, het 'Atheneum Illustre', de bakermat van de Universiteit van Amsterdam, Chinatown en het laatste Stadspaleis. Kortom dit boek moet volgens de makers voor eens en altijd een einde maken aan het eenzijdige imago van de Wallen waar zoveel meer te vinden is dan seks, drugs en rock&roll. Het wallengebied strekt zich immers uit van de Schreierstoren tot de Munt en wordt aan weerszijden begrensd door de Geldersekade/Kloveniersburgwal en de Warmoesstraat/Nes. Wie er woont of werkt weet uit eigen ervaring dat de grote drukte en de uitgaansindustrie zich hoofdzakelijk afspeelt ten noorden van de Dam- en Hoogstraten, en toch blijkt dat zelfs zij lang niet alles weten van de plek waar ze dagelijks doorheen lopen of etsen. Over beroemde bewoners bijvoorbeeld. Rembrandt woonde, voordat hij met Saskia van Uylenburg trouwde, in de Nieuwe Doelenstraat op de plek waar nu café De Jaren zit, en een meer eigentijdse kunstenaar als Karel Appel betrok kort na de Tweede Wereldoorlog een zolderkamer op Oudezijds Voorburgwal 127. Aletta Jacobs, fervent voorvechtster van vrouwenrechten en de eerste afgestudeerde vrouwelijke arts in Nederland, woonde in haar studietijd op de Oudezijds Achterburgwal 197, en Sweelinck, de belangrijkste Nederlandse zeventiende-eeuwse componist uit de overgangstijd van renaissance- naar barokmuziek, woonde tot zijn dood in de Koestraat en werd in de Oude Kerk begraven. Veel en veel later componeerde Peter Schat, een van de gezichten van de opstandige jaren 'zestig hier op Oudezijds Voorburgwal 119, zijn versies van 'vernieuwde klassieke muziek'. En dit is nog maar een kleine greep uit het totaal van beroemde bewoners van het wallengebied door de eeuwen heen.
Uiteraard wordt er ook aandacht besteed aan dat deel binnen het wallengebied waar grotendeels de prostitutie en het vermaak plaats vindt. Want prostitutie hoort evengoed bij de stad als de draaiorgels en de bruine kroeg, en dat al sinds eeuwen. Lang voordat de Pijlsteeg vermaard werd vanwege het daar gevestigde proeflokaal van Wynand Fockink, stond deze steeg, die loopt van de Oudezijds Voorburgwal naar de Dam, al bekend vanwege zijn kroegen en bordelen. Samen met de Halsteeg, die in 1863 werd verbreed en vanaf toen Damstraat werd genoemd, was de Pijlsteeg al bij keur van 1478 aangewezen als het enige gebied in de stad waar prostituees mochten werken. Destijds was dat uitsluitend toegestaan in bordelen die door dienaren van de schout werden gedreven. Zo konden 'goede vrouwen ende maechden' deze twee stegen mijden, zodat ze niet met het slechte voorbeeld geconfronteerd hoefden te worden. Dat alleenrecht van prostitutie werd nog eens bekrachtigd bij een keur van 1509 waarin werd bepaald dat vrouwen die zich elders in de stad aanboden, onder luid tromgeroffel naar de Pijl- of de Halsteeg moesten worden gebracht. Het fenomeen van de 'rode ramen' dateert van na 1960, waarbij de erotische bedrijvigheid bestaande winkels en ambachtelijke bedrijfjes verdrong.

Maar liefst zeventien auteurs hebben aan dit boek meegewerkt, onder anderen verschillende redactieleden van de buurtkrant d'Oude Binnenstad. De eindredactie was in handen van de bekende socioloog en schrijver Herman Vuijsje, van wie ook het idee kwam om dit boek te maken. Ook Walther Schoonenberg heeft vanuit zijn expertise een hoofdstuk bijgedragen. Buurtfotografe Marian van de Veen maakte in de loop van de bijna veertig jaar dat zij op de Wallen woont heel veel foto's die de verhalen nog meer smoel geven en waaraan je kunt zien wat er veranderd is en wat hetzelfde is gebleven.

Eveline Brilleman

Aan de Amsterdamse Wallen is uitgegeven door uitgeverij Boom en verkrijgbaar bij de reguliere boekhandel;
€ 29,95.

(Uit: Binnenstad 276, mei/juni 2016)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.