Amsterdamse gevelstenen

Bloemstraat 12

IN DEN ANSPREKER

In het Kohier van de verpondingen van nieuwe gebouwen over de periode 1639-1667 wordt Hendrick Pietersz, aanspreker van beroep, genoemd als bouwheer van het in 1636 voltooide pand aan de noordzijde van de Bloemstraat, het huidige nummer 12. Het lijkt daarom aannemelijk dat deze Hendrick Pietersz in het pand de gevelsteen met een aanspreker in vol ornaat heeft laten aanbrengen.
Bloemstraat 12 met de gevelsteen boven de middelste deur

Een aanspreker was degene die na een sterfgeval, in opdracht van de nabestaanden, de familie, de buren en anderen het overlijdensbericht en de uitnodiging tot de begrafenis overhandigde.
Veel koop- of verkoopaktes betreffende Bloemstraat 12 zijn niet bewaard gebleven. De oudste is van 14 november 1771 als de nazaten van Hendrick Pietersz het pand verkopen. In de akte wordt het pand omschreven als ‘huis en erf in de Bloemstraat n.z. (noordzijde) met “De Aanspreker” in de gevel, het 7de huis van de Prinsengracht’. De aanspreker Pietersz was ook eigenaar van het verderop in de Bloemstraat gelegen nummer 34, zoals blijkt uit een schuldbekentenis d.d. 2 mei 1640 aan de ‘diaconen’ van de Nederlands Hervormde gemeente. In een koopcontract van 12 november 1677, waarin de meester-schoenmaker Symon Erckelens, getrouwd met Annetge – dochter en enige erfgename van de aanspreker Hendrick Pietersz – , dit pand verkoopt, wordt het omschreven als ‘huis en erf in de Bloemstraat n.z., het 5de huis van de 1ste Dwarsstraat, waar “Den Aenspreecker” in de gevel staat’.

Na restauratie

Het vreemde feit doet zich dus voor dat in het korte stukje Bloemstraat tussen Prinsengracht en de 1ste Dwarsstraat twee gevelstenen waren met op elk een aanspreker. In de Uithangteekens van Van Lennep en Ter Gouw (1868) worden geen gevelstenen of uithangbordem met aansprekers genoemd. Waren de stenen in de Bloemstraat destijds door reclameborden aan het oog onttrokken of hebben de heren ze gewoon over het hoofd gezien? Jhr. Suasso noteert in zijn Schetsboek (1875) wel de aanspreker op nr. 12 als ‘een heer met een mantel’, maar een op- of onderschrift noemt hij niet. Alings noemt de steen in zijn Amsterdamsche gevelsteenen eveneens (2de druk, 1949, p. 90); hij vermeldt bovendien dat de oudste koopakte op naam staat van aanspreker Hendrick Pietersz en in 1660 is gedateerd. In een artikel in Ons Amsterdam (11e jrg., 1959, p. 239) schrijft Alings echter dat de oudst bekende koopakte uit 1640 dateert. Was 1660 een drukfoutje?

De gevelsteen

Op een foto van de Bloemstraat uit circa oktober 1921 in het stadsarchief is te zien dat het voormalige Bloemstraat 12 destijds een eenvoudige klokgevel had boven een drie verdiepingen hoge en drie ramen brede bakstenen gevel. De gevelsteen bevond zich boven de puilijst, onder het middenvenster. De onderpui bevat twee deuren en de toegang tot de overbouwde Pelikanengang waar het inpandige nummer 14 stond. De Pelikanengang ontleende zijn naam aan de nog aanwezige gevelsteen met een pelikaan op zijn nest in de gevel van nummer 16. In 1931 werden de nummers 10 en 12 afgebroken en vervangen door het nog bestaande pand. De gevelsteen met de aanspreker bleef gelukkig gespaard en werd ingemetseld in de linkerhelft van de nieuwbouw, de juiste oude kadastrale plek. In 2001 kon Jan Hilbers de steen restaureren en de tekst op de onderrand waar ooit een gleuf doorheen gehakt was, reconstrueren.

Onno Boers, met dank aan Hans Brandenburg voor het huisonderzoek
Foto’s: Frank Lucas

(Uit: Binnenstad 270, mei/juni 2015)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.