Amsterdamse gevelstenen

Langestraat 30 - Gevelsteen D.G.J. (de Goede Job)

In 1649 koopt Sybrand Geurtsz, van beroep korenmeter, het pand in de Langestraat. Tien jaar eerder was hij getrouwd met Trijntje Baukes, afkomstig uit Harlingen. In het archief van het Korenmetersgilde wordt in 1636 Sybrand Geurtsz genoemd, met achter zijn naam de toevoeging “Goe Jop”. Deze toevoeging achter de naam van een gildebroeder komt vaker voor. De juiste betekenis is (nog) niet bekend maar zal te maken hebben met de rangorde in het gilde. Er waren bijv. ook “eigenmannen” en “noodhulpen”.(Zie Wagenaars stadsbeschrijving deel 2, pag. 448)
Gevelsteen D.G.I.

In 1651 wordt de aanslag van de Verponding van fl. 5.-.- verhoogd tot fl. 9.-.-. Hieruit kunnen we afleiden dat Sybrand Geurtsz een verbouwing heeft laten uitvoeren en toen wellicht de gevelsteen met de voorstelling van de oud-testamentische Goede Job heeft laten aanbrengen. Pas in een notariele akte uit 1701 wordt expliciet ‘de Goede Job’als huisnaam vermeld en ook nog in een overdrachtsakte van 1809.
De voorstelling op de steen is een verbeelding van het bijbelverhaal Job 2:8-10. Job zit in zak en as op de mestvaalt terwijl zijn vrouw hem zijn onwankelbare godsvertrouwen verwijt. Van Lennep en Ter Gouw beschrijven de steen als volgt: “Maar de mooiste voorstelling van Job, die wij kennen, vindt men op een gevelsteen in de Langestraat. Job zit naakt op den mesthoop voor zijn huis; tegenover hem staat zijn wijf met jak en rok en boezelaar, juist alsof zij in de Langestraat thuishoorde’. Zij vermelden ook nog een steen met Job in de Spuistraat. Deze steen van Spuistraat 139, in 1894 afgebroken voor de bouw van het Hoofdpostkantoor, is in de depotcollectie van het Rijksmuseum.

Lindengracht 53 - Gevelsteen WAR GAARN. Hoger in de gevel een lint met Ao 1687

Gevelsteen War-Gaarn Lindengracht 49-51-53 voor aankoop en herstel door Stichting Aristoteles in 1973. Rechts no. 53 met gevelsteen WAR-GAARN en jaartallint Ao 1687.

Begin augustus 2013 kon, op verzoek van de bewoonster en met toestemming van de VVE, Wil Abels de gevelsteen met de twee aapjes en een hondje met twijnwiel en haspel (om de gesponnen draad op te winden) schoonmaken en aan de hand van aangetroffen kleursporen polychromeren. Ondanks een uitvoerig huisonderzoek van Hans Brandenburg kon er geen vermelding van de steen met onderschrift WAR-GAARN worden gevonden. Wel bleek uit de Personele Quotisatie van 1742 dat in dat jaar het pand gehuurd werd door de rentenier Barend Wargaren.
In overleg met de bewoonster is de gesponnen draad verguld want zij opperde dat “hoe verward het garen ook mag lijken, er valt altijd nog wel een goede, gouden draad uit te spinnen”.

Onno Boers
met dank aan Hans Brandenburg voor het huisonderzoek

(Uit: Binnenstad 260, september/oktober 2013)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.