Adriaan Dortsmans ‘strakke stijl’

Amsterdam beleefde in de zeventiende eeuw een economisch hoogtepunt dat nooit meer is geëvenaard. De stad groeide hierdoor enorm tot 200.000 inwoners. Deze constante aanwas leidde tot grote stadsuitbreidingen, waarvan de bekendste de zogenaamde Derde (1613) en Vierde Uitleg (1663) zijn waardoor de grachtengordel werd gerealiseerd. De Vierde Uitleg betekende een verdere uitbreiding van de grachten tussen de Leidsegracht en de Amstel. Binnen een paar jaar verrezen in dit nieuwe stadsdeel grote monumentale grachtenhuizen. De overheersende stijl van de periode daarvóór, smalle huizen met lange halsgevels, maakte plaats voor een nieuw type grachtenhuis, dat vaak werd gebouwd op een dubbel breed kavel en werd gekenmerkt door sobere façades geïnspireerd op het Franse en Italiaanse classicisme.
Museum van Loon, Keizersgracht 672-674 (foto Peter Kooijman)
Museum van Loon, Keizersgracht 672-674 (foto Peter Kooijman)

De twee meest succesvolle architecten uit deze periode waren Philips Vingboons (1607-1678) en Adriaan Dortsman. In de jaren na de Vierde Uitleg ontwierpen zij een nieuw type architectuur, dat nu bekend staat als de ‘strakke stijl’. In deze stijl werd het gebruik van de klassieke orden heel precies en zonder extra decoratie toegepast. Deze strakke stijl van Vingboons en Dortsman kreeg op grote schaal navolging en werd daarmee de heersende stijl voor de bouwkunst aan de grachten in het laatste kwart van de zeventiende eeuw.

Hoewel Vingboons ook na zijn dood bekend bleef, was dit bij Dortsman veel minder het geval. Dit is opmerkelijk aangezien Dortsmans ontwerpen als de Ronde Lutherse Kerk, het Walenweeshuis (Maison Descartes) en de tweelingpanden Keizersgracht 672-674 (Museum Van Loon) beeldbepalend zijn voor de architectuur aan de Amsterdamse grachten.
Voldoende reden dus om de persoon Adriaan Dortsman aan een nader onderzoek te ontwerpen: waar kwam hij vandaan, hoe was hij opgeleid, wat heeft hij in en buiten Amsterdam ontworpen en hoe ziet zijn architectuur eruit?

Adriaan Dortsman was succesvol als architect onder meer door zijn grote veelzijdigheid. In tegenstelling tot collega-architecten had Dortsman niet een achtergrond als schilder, maar was hij opgeleid als landmeter en had hij wiskunde gestudeerd in Leiden. Deze wiskundige achtergrond is goed te zien in de maatvoering van zijn ontwerpen. Dortsman streefde de klassieke idealen na van geometrische vormen, strakke lijnen en symmetrie maar zonder overbodige versiering. Deze stijl bleek zeer succesvol; Dortsman was een veelgevraagd architect. Uit de diversiteit van opdrachten voor kerkgebouwen, grachtenhuizen, landhuizen en vestingwerken die hij in de periode tussen 1665 en 1672 heeft gerealiseerd blijkt dat hij een veelzijdig architect was. Ook de groep van opdrachtgevers was zeer uiteenlopend, waarbij zijn vriendschap met Jan Six cruciaal is geweest voor de uitbreiding van zijn netwerk.

Hoewel het rampjaar 1672 een vrij abrupt einde maakte aan de onstuimige groei van de stad bood dit Dortsman ook weer nieuwe mogelijkheden. Door stadhouder Willem III werd hij aangesteld als ‘Controleur der kleine Hollandse Fortificatiën’ om Amsterdam beter te kunnen verdedigen tegen de oprukkende legers vanuit het oosten. Ook bij deze aanstelling lijkt zijn vriendschap met Jan Six een rol te hebben gespeeld. Deze kreeg hij namelijk op voorspraak van de Gecommiteerde Raad, waarin de schoonvader van Jan Six, Nicolaes Tulp, zitting had. De aanstelling betekende dat Dortsman leiding moest geven aan de feitelijke werkzaamheden bij het oprichten van vestingwerken. Hij kreeg hiervoor het vorstelijke salaris van ƒ2000 per jaar, ongeveer zeven keer zoveel als een geschoold ambachtsman. Door leidinggevende ingenieurs goed te betalen hoopte de stad hun eerlijkheid te kopen. Bouwfraude was ook toen al aan de orde van de dag, wat gezien de enorme bedragen die er in de bouw omgingen niet onbegrijpelijk is.

De carrière van Dortsman in Naarden had een minder prettig einde. In 1681 werden de nodige onregelmatigheden ontdekt. Het bleek dat bepaalde delen van de vestingwerken niet onderheid waren en dat deze opnieuw moesten worden opgetrokken. Dortsman werd met de fraude in verband gebracht, maar nooit officieel beschuldigd. Na zijn overlijden in 1682 bleek dat zijn werk vermoedelijk was gesaboteerd in opdracht van het bestuur van de stad Amsterdam, die een bedreiging zag in de versterking van Naarden. 
Na het overlijden van Adriaan Dortsman wijdde de Leidse hoogleraar en literator Govert Bidloo een lijkvers aan hem met toespelingen op de ongelukkige affaire:

Had ooit de boukunde eer, ’t was door uw brein en hand;
Zij sterft met u, en straft ’t ondankbaar vaderland
Gij echter, die u wel en wijslijk hebt gequeten,
Zult bij ’t onsterffelijk het sterflijk lot vergeten.

Dortsman is begraven in de Oosterkerk.

Francis Quint

Van 8 februari tot 9 juni 2013 organiseert Museum Van Loon de tentoonstelling Adriaan Dortsman (1635-1682), De Ideale Gracht, ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum van het museum. Deze tentoonstelling toont ontwerpen en opdrachtgevers van Dortsman aan de hand van schilderijen, tekeningen en foto’s. Naast de tentoonstelling in het door Dortsman ontworpen koetshuis kan de bezoeker in het museum dat eveneens door Dortsman is ontworpen de stijl en de sporen van deze architect verder verkennen. Ter gelegenheid van de tentoonstelling is er ook een publicatie uitgebracht over Dortsman, geschreven door Pieter Vlaardingerbroek.

(Uit: Binnenstad 257, mrt./apr. 2013)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.