In memoriam

Joop van Stigt (1934-2011)

Op 4 november 2011 is Joop van Stigt overleden. In Amsterdam weet iedereen wie hij was en waar hij voor stond. Hergebruik vormde dit jaar het thema van de Open Monumentendag. Een lijstje van belangrijke hergebruikprojecten in Amsterdam gedurende de afgelopen dertig jaar laat zien dat ze vrijwel allemaal op naam staan van het Architectenbureau Van Stigt, waar Joop en zijn zoon André sinds het begin van de jaren tachtig samen de koers bepaalden.
Joop van Stigt op een fietstocht voor de VVAB op 4 juli 2009 (foto Walther Schoonenberg)

In 1984 kwam de eerste fase van het Entrepotdok gereed, waarmee zij het bewijs hadden geleverd dat hergebruik mogelijk is, voor een redelijke prijs, met fantastisch resultaat. Mensen wonen er graag. Het boek Bouwmeesters met draagvlak. Architectenbureau Van Stigt geeft een fraai overzicht van de vele projecten die volgden. Maar een simpele rekensom leert dat Joop van Stigt in 1984 vijftig jaar oud was. Hij had toen al een hele carrière achter de rug als architect van het structuralisme. Die was begonnen met een HTS-opleiding en werd voortgezet bij de Amsterdamse Academie voor Bouwkunst. Daar trof hij Aldo van Eyck als docent. Ook de leerjaren (1957-1961) bij het bureau van Van Eyck waren van cruciaal belang, zij bouwden samen het wereldberoemde Weeshuis. Van Stigt begon in 1963 een eigen bureau en al vijf jaar later werd in het Tijdschrift voor Architectuur en Beeldende Kunsten uitvoerig aandacht besteed aan de eerste zelfstandige werken. Zijn debuut, de personeelskantine uit 1963 van de TH Twente, die gelukkig nog bestaat, was meteen een meesterwerk dat hem de Van Eck Prijs opleverde. Daarna volgden onder meer gemeentehuizen in Limmen en Ter Aar, de Willibrordus buiten de Veste, Van Ostadestraat 270, de grote wooncomplexen Groenhoven en de Gouden Leeuw in Amsterdam Zuidoost, en tot slot de Faculteit der Letteren in Leiden, voltooid in 1982.

Joop kon tot vervelens toe doorzeuren over iets, maar dan wist je dat hij alsmaar zocht naar de juiste woorden om aan iemand die niet kan timmeren uit te leggen wat bouwen eigenlijk is. De realisering van het Weeshuis vormde daarom een ideale beproeving voor zijn ontluikende talenten als architect. De aannemer lag dwars, Aldo was onmogelijk, en de opdrachtgever had er schoon genoeg van. Maar Van Stigt raakte in zijn element. Bij hergebruik doet zich een vergelijkbaar probleem voor. Het bestaande gebouw is weerbarstig, de aannemer snapt het niet, en de opdrachtgever wordt wanhopig. Maar dan lukt het toch om van een bouwval iets volkomen nieuws te maken. Zonder architectonische poeha, maar wel met grote ontwerpende scherpzinnigheid. Misschien ligt daarin ook een verklaring voor het tamelijk abrupte einde van de nieuwbouwprojecten. Het gezoek naar een ‘verklarende’ vorm was hem te gekunsteld. Joop hield van echte ontwerpproblemen en liet het boetseren graag aan anderen over.

Vincent van Rossem

(Uit: Binnenstad 249, december 2011)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.