Gevelreiniging en vervanging van voegwerk verminken oude gebouwen

Wie regelmatig door de binnenstad loopt ziet dat er op veel plekken hard gewerkt wordt aan het opknappen en opfrissen van allerhande gebouwen, waarbij zowel monumenten als niet-monumenten grondig worden aangepakt. Hierbij reinigt men regelmatig ook de gevels, omdat het aanwezige patina als negatief wordt ervaren. Vaak neemt men tevens de gelegenheid te baat om het voegwerk van de gevels, dat meestal nog in goede conditie is, integraal te vervangen door een liefst sprekende voeg. De gevels tonen weer fris en kunnen, zo denkt men althans, weer lange tijd mee.

Helaas heeft deze goedbedoelde poetswoede een keerzijde. Bij vrijwel alle gekozen reinigingsmethoden kan (ernstige) schade aan de behandelde gevels ontstaan. Als de bakhuid van de bakstenen namelijk kapot gaat, krijgen weer en wind sneller invloed op de stenen en zullen deze gemakkelijker afbrokkelen. Het komt zelfs voor dat glazuurlagen volledig van stenen worden weggestraald. De bakstenen worden door de reiniging ruwer, wat betekent dat ze vaak sneller en dieper vervuilen. Duurzaam is het effect van de gevelreiniging dus niet: veel gevels zijn binnen enkele decennia weer vuil.

Afb. 1. De gevel van Rokin 26 is onlangs gereinigd. Daarbij werden de oude kalkmortelvoegen vervangen door knipvoegen van grijskleurig cement, waardoor niet alleen het uiterlijk maar mogelijk ook de vochthuishouding van de gevel is verstoord.

Reiniging en het vervangen van voegwerk – vaak eufemistisch aangeduid als voegherstel – kunnen niet alleen veel mechanische schade veroorzaken, maar hebben meestal ook een dramatische impact op het historische gevelbeeld. Het metselwerk verliest door de reiniging zijn patina en daarmee veel van het oorspronkelijke karakter. Door het mechanisch uitslijpen van de oude voegen worden de nieuwe voegen in vrijwel alle gevallen breder. Het gebruik van verkeerde materialen, bijvoorbeeld grijskleurig cement in plaats van een crèmekleurige kalkmortel, en de keuze voor een verkeerd type voeg kunnen een historische gevel blijvend verminken. Zo worden veel snijvoegen bijvoorbeeld vervangen door knipvoegen, waardoor, met name bij strijklicht, een hard cementraster op de gevels lijkt te liggen. Nieuwe cementvoegen kunnen bovendien de delicate vochthuishouding van een gevel verstoren, wat op termijn eveneens tot ernstige schade leidt. Zo vallen minder goed hechtende cementvoegen gemakkelijk uit oude gevels, maar ze kunnen ook de zachtere stenen kapot drukken.

Om de ontstane (vocht)schade op te vangen wordt na het reinigen en voegen vaak een waterwerende laag, een zogenaamde hydrofobeerlaag, op de gevel aangebracht. Deze doet meestal ook meer kwaad dan goed. De meeste hydrofobeermiddelen zijn weliswaar ademend, maar belemmeren toch het vochttransport door een gevel. Water dat ’s winters vanuit de binnenzijde van een pand in de gevel komt – condensatie van waterdamp door het afkoelen van de lucht – kan daar moeilijk uit, waardoor de kans op vorstschade wordt vergroot. Daarnaast kan zoutophoping ontstaan achter de hydrofobeerlaag, door zouten die uit het metselwerk zijn opgelost en bij verdamping achterblijven. Het komt veelvuldig voor dat stenen achter een hydrofobeerlaag kapot worden gedrukt.

Afb. 2. De gevels van dit pand op de hoek van de Raadhuisstraat en de Keizersgracht zijn aangetast door het zandstralen van de gevels en het aanbrengen van cementvoegen.

Ondanks alle door reiniging en ‘voegherstel’ veroorzaakte schade gaat men er nog regelmatig, vaak uit onwetendheid, toe over om zijn gevel te reinigen. Het aantal gevels dat zo wordt aangepakt lijkt zelfs eerder toe dan af te nemen. Het reinigen van monumenten is weliswaar vergunningplichtig, maar in de praktijk gebeurt dit meestal even ‘snel tussendoor’. Veel mensen menen zelfs dat monumentenzorg het van hen verlangt om een pand op deze wijze ‘mooi’ te maken. Bij niet-monumentale panden bestaan er echter totaal geen belemmeringen, voor deze werkzaamheden is geen enkele vergunning vereist. Wanneer ernstige schade optreedt, zoals bij het voormalige Kantongerecht aan het Kleine-Gartmanplantsoen, thans cultureel centrum De Balie, haalt dit zelden het nieuws, zodat het publiek ook niet of nauwelijks op de hoogte is van de kwalijke gevolgen die gevelreiniging of voegherstel met zich meebrengt. Het lijkt er eerder op dat men zich geheel overgeeft aan het oordeel van ‘deskundigen’, lees: bedrijven die hun brood verdienen met deze activiteiten. Opvallend is dat ook woningcorporaties, die veelal wel op de hoogte zijn van de risico’s, toch tot deze ingrepen overgaan. Mogelijk hangt dit samen met de verkoop van veel corporatiebezit; door de gevels ‘op te frissen’ denkt men ongetwijfeld de woningen gemakkelijker te kunnen verkopen.

Praktijkvoorbeelden

Afb. 3. De alweer enkele jaren geleden 'gereinigde' gevel van het voormalige Sint-Bernardusgesticht aan de Oude Turfmarkt is ernstig beschadigd. Doordat de baklaag van vrijwel alle stenen volledig is verdwenen, ligt de zachte kern van de stenen bloot en begint de muur af te brokkelen.

Een paar praktijkvoorbeelden kunnen deze problematiek verduidelijken. Een treffend voorbeeld is het gemeentelijk monument Rokin 26, in 1883 gebouwd naar ontwerp van architect Y. Bijvoets. De gevel is in de zomer van 2010 gereinigd, waarbij de kalkmortelvoegen zijn uitgehakt, zonder de daarvoor verplichte – en ongetwijfeld geweigerde – monumentenvergunning. De nieuwe voegen zijn als knipvoegen uitgevoerd in grijs cement, waardoor niet alleen het karakteristieke uiterlijk van de gevel, maar mogelijk ook de vochthuishouding ernstig is verstoord (afb. 1). Soortgelijke illegale ingrepen zijn de afgelopen jaren aan een aantal monumenten in de binnenstad uitgevoerd.

Enkele jaren geleden heeft men een pand op de hoek van de Keizersgracht en de Raadhuisstraat flink onderhanden genomen (afb. 2). De gevels van dit beeldbepalende gebouw, rond 1900 gebouwd naar ontwerp van Gerrit van Arkel, zijn hard gereinigd, met als gevolg dat de stenen een stuk ruwer zijn geworden en hun verfijnde karakter en beschermende baklaag hebben verloren. Ook is het voegwerk integraal vervangen door een lelijke, niet-historische, platvolle cementvoeg. Wat eens een sieraad was voor de stad is nu een stoorzender in het stadsbeeld.

Bijzonder ernstig is de schade, ontstaan door reiniging van de gevel van de afdeling Bijzondere Collecties van de UvA aan de Oude Turfmarkt. De gevels van de tot het complex behorende rijksmonumenten verkeren nog in goede conditie omdat deze niet zijn gereinigd. De niet-beschermde negentiende-eeuwse gevel van het voormalige Sint-Bernardusgesticht heeft men echter wel onder handen genomen. De schade aan deze gevel is groot; de baklaag van vrijwel alle stenen is volledig verdwenen. De zachte kern van de stenen ligt nu al een aantal jaren bloot en begint af te brokkelen, waardoor stukjes steen letterlijk uit de gevel rollen (afb. 3).

Afb. 4. Door het verwijderen van de olielaag van een van de gevels aan de Amstelzijde van Hotel de l'Europe is zichtbaar geworden dat het pand in het verleden met een verdieping is verhoogd. Door dit storende kleurverschil is de samenhang in de gevel verdwenen.
Foto's: Thomas Schlijper

In enkele gevallen heeft gevelreiniging ook andere, onbedoelde negatieve gevolgen. Hotel de l’Europe, bij de ingang van de Nieuwe Doelenstraat, wordt momenteel ingrijpend gerenoveerd. Aan de Amstelzijde staat nog een historisch herenhuis, dat deel uitmaakt van het hotelcomplex. Hier heeft men de olielaag onlangs van de gevel verwijderd, waardoor zichtbaar is geworden dat het pand in het verleden met een verdieping is verhoogd – het metselwerk van de bovenste verdieping heeft namelijk een afwijkende kleur ten opzichte van de onderliggende verdiepingen. Door dit storende kleurverschil is de samenhang in de gevel verdwenen (afb. 4).

Het gemeentelijke Bureau Monumenten en Archeologie (BMA) en de Commissie voor Welstand en Monumenten (CWM), die zich dagelijks geconfronteerd zien met de schadelijke gevolgen van genoemde ingrepen, hebben beide al enige tijd geleden aandacht gevraagd voor dit probleem. BMA door een informatieve folder, CWM via een item in de rubriek ‘Uitgelicht’ op haar website. De folder van BMA, ‘Het herstellen van een monumentale gevel’, is anders dan de titel suggereert niet alleen bedoeld voor eigenaren van monumenten, maar heeft eigenlijk betrekking op historische gevels in brede zin. Beide ‘folders’ worden helaas te weinig actief aangeboden, waardoor de informatie alleen mensen bereikt die reeds op zoek zijn naar informatie over dit onderwerp.

De verschillende monumentenorganisaties zijn van mening dat voor deze problematiek veel meer aandacht nodig is. Waar mogelijk zal gewezen worden op de negatieve gevolgen van de genoemde behandelingen. Zo zal erfgoedvereniging Heemschut in de komende tijd alle stadsdelen aanschrijven en deze vragen om een actiever voorlichtingsbeleid op dit onderwerp te voeren. Daarnaast is het wenselijk om te onderzoeken of er voor gevelreiniging en het vervangen van voegwerk geen vergunningplicht kan worden ingesteld. Gezien de grote schade die de behandelingen kunnen aanrichten lijkt dit in ieder geval een noodzakelijke stap.

Norman Vervat en David Mulder

Norman is actief voor Heemschut, David voor het Cuypersgenootschap, Heemschut en de VVAB.

(Uit: Binnenstad 243, december 2010)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.