Werelderfgoed St. Petersburg in gevaar wegens hoogbouw

Burgemeester Valentina Matviyenko van St. Petersburg heeft toestemming gegeven voor de bouw van het omstreden Okhta Centrum, een 403 meter hoge glazen kantoortoren voor het machtige Russische energiebedrijf Gazprom. Deze beslissing werd genomen ondanks felle oppositie in de stad; van inspraak heeft men in Rusland kennelijk nog nooit gehoord. Boze tegenstanders demonstreerden op straat en droegen protestborden mee waarop het door de hoogbouw geschonden silhouet van de historische binnenstad werd getoond.
Ontwerp voor de 400 meter hoge Gazpromtoren nabij het oude centrum van St. Petersburg

Niet alleen de bewoners protesteerden tegen dit plan. Ook de Unesco heeft bezwaar aangetekend tegen de hoogbouwtoren. De historische binnenstad van St. Petersburg staat sinds 1990 op de Werelderfgoedlijst. In januari 2008 bezocht Francesco Bandarin, directeur van het Werelderfgoedbureau, de stad en sprak met vertegenwoordigers van Gazprom, het gemeentebestuur en de Russische overheid. Ook de ontwerpers van de glazen kantoortoren, het Engelse architectenbureau RMJM, waren daarbij aanwezig. De heer Bandarin maakte duidelijk dat als de hoogbouw door zou gaan, St. Petersburg van de Werelderfgoedlijst zou worden geschrapt. In juli meldde de Unesco dat St. Petersburg op de zogenaamde rode lijst werd geplaatst, de lijst ‘Werelderfgoed in gevaar’, maar kennelijk hebben deze dreigementen geen indruk gemaakt.
De stad kent geen andere hoogbouw dan de historische kerken, die van oudsher het silhouet van de stad bepalen. De Gazpromtoren wordt vier keer zo hoog als de officiële toegestane maximumhoogte van 100 meter, die ooit was ingesteld om het stedenbouwkundige plan van Peter de Grote te beschermen. De enige torens die nu boven dat maximum uitsteken zijn historische kerktorens; op dit ogenblik is de Petrus-en-Pauluskathedraal met een torenspits van 123 meter het hoogste gebouw van St. Petersburg. De Gazpromtoren wordt meer dan drie keer zo hoog. Overigens is het ontwerp van de Gazpromtoren niet zonder precedent. In 1919 ontwierp Vladimir Tatlin een 400 meter hoog monument voor de Derde Internationale bedoeld voor het centrum van het revolutionaire Petrograd. De Tatlintoren is echter nooit gebouwd. De kapitalisten van nu proberen te slagen in wat de communisten van toen niet lukten: de vernietiging van het historische silhouet van de historische stad. De kosten bedragen drie miljard dollar. De recessie lijkt hier helaas geen spaak in het wiel van de vooruitgang te steken. Eerder werd een plan voor een 612 meter hoge toren in Moskou bevroren. Niet omdat de Unesco bezwaar had, maar uitsluitend vanwege de economische malaise.
Amsterdam was destijds de belangrijkste inspiratiebron voor Peter de Grote. Omgekeerd kunnen wij nu wat leren van St. Petersburg. In Amsterdam dient de bevolking een grotere stem te krijgen dan in Rusland als het gaat om de toekomst van onze stad.

Walther Schoonenberg

(Uit: Binnenstad 237, december 2009)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.