Het Eerste Marnixplantsoen

Het bolwerk De Palm lag tegenover de Palmstraat in de Jordaan. Op het bolwerk stond een molen, ook De Palm geheten. Na 1655 werd op het bolwerk ook het Palmkerkhof aangelegd, als uitbreiding van het Noorder-Kerkhof. Lange tijd veranderde er niets, tot de stad in de tweede helft van de negentiende eeuw weer sterk groeide. In 1879 werd bolwerk De Palm heringericht en ontstond het Eerste Marnixplantsoen.
Het onlangs opnieuw ingerichte Eerste Marnixplantsoen

Reeds enkele jaren later had men de Marnixstraat aan beide zijden bebouwd, en, aldus J. van Eck in zijn boek De Amsterdamsche Schans en Buitensingel, “was de Schans verworden tot een saaie leelijke straat, waarvan de bebouwing uitmuntte door karakterloosheid en smakeloosheid”. Hij had weinig vertrouwen in de vooruitgang.
Onlangs is het Eerste Marnixplantsoen heringericht. Het begon met een merkwaardige bak, direct achter de tramhalte gelegen. Daarvoor werd een kinderspeelplaats opgeofferd die overwegend dakloze alcoholisten aantrok. Geen ernstig verlies dus, maar die bak bleek een voorziening te zijn voor acrobatisch skateboarden en rollerskaten. Niet echt een aanwinst voor de woonomgeving. Om deze bak de juiste diepte te geven is een merkwaardig podium gebouwd van roestend staal, ongeveer een halve meter hoog. Misschien niet heel erg storend, maar toch een vreemd element in de beoogde bufferzone van een Unesco monument. Daarmee waren de ambities van Stadsdeel-Centrum echter nog niet tot volle ontplooiing gekomen. Inmiddels is de kinderspeelplaats weer ten tonele verschenen. En hoe! De ontwerper van dit pretpark heeft werkelijk alles uit de kast gehaald om passerende moeders met kinderen te verleiden. Er staat een glijbaan van natuursteen, ja heus, die doet denken aan een stervende mammoet. Er zijn drie kleuren rubber gebruikt, rood, geel en groen, trapsgewijs toegepast, om een soort arena te creëren waarin zonder geschaafde knietjes gespeeld kan worden. Behalve de glijbaan staat er nog een ‘speeltoestel’ dat eigenlijk een sculptuur is, uitgevoerd in fel glimmend roestvrij staal. Het kon allemaal niet genoeg zijn. Het bestaande basketbalveldje is opgepept met een verhoogde rand die eveneens in roestend staal is gevat. En de klap op de vuurpijl is een zware balustrade van gepolijst natuursteen, die niet zou misstaan bij het praalgraf van een maffiabaas.

Het geheel is een opeenstapeling van volstrekte wansmaak die zelfs in de Marnixstraat, bepaald geen stedenbouwkundig meesterwerk, een ongekend dieptepunt vormt. Men kan zich troosten met de gedachte dat het Eerste Marnixplantsoen gedurende een groot deel van het jaar toch niets anders is dan een verregend gazon waarin gelukkig nog een paar oude bomen staan. Maar wie weet gaat dezelfde ontwerper binnenkort ook de speelgelegenheid voor kinderen op de Noordermarkt naar eigen inzicht ‘verbeteren’. De Vereniging maakt zich daarom ernstige zorgen. Het dwaze straatmeubilair op het Damrak was toch een les die we nooit meer zouden vergeten? Blijkbaar niet. Want nu is er weer een artiest bezig, in opdracht van Stadsdeel-Centrum, die duidelijk helemaal niets begrijpt van de soberheid in de openbare ruimte die zo kenmerkend was voor de historische binnenstad.
En voor de volledigheid tenslotte nog dit: mijn vijfjarige kleindochter vindt het schitterend.

Vincent van Rossem

(Uit: Binnenstad 228/229, juni 2008)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.