Boekbespreking

Het Amsterdamse Grachtenservies

Er is een nieuw grachtenboekje verschenen: “Het Amsterdamse Grachtenservies”. Die publicatie gaat weliswaar over een servies uit de jaren ’60 van de vorige eeuw, maar de tekeningen van Amsterdamse gevelwanden op de kopjes en borden roepen de sfeer op van het Grachtenboek van Caspar Philips.

Het bekendste grachtenboek is het platenboek van Caspar Philips uit 1768. Minder bekend is het boek Vier Eeuwen Herengracht van H.F. Wijnman uit 1976, waarin de bewoningsgeschiedenis van alle panden van de Herengracht uitgebreid is beschreven. Dit zijn grote boeken waarmee je niet zo gemakkelijk de straat op kunt. In 1978 vulden Hans Tulleners en Tim Killiam een gat in de markt met het kleine Grachtengidsje – elk pand op de vier hoofdgrachten werd kort op architectuurhistorische wijze beschreven. In 1991-1992 kwamen er twee nieuwe grachtenboeken bij: de boeken over de 17de-eeuwse en de middeleeuwse grachten van de Staatsdrukkerij. (1) Een helaas (tot nu toe?) onvoltooid gebleven project was een nieuwe reeks grachtenboeken van Tim Killiam. Alleen Het Singel en De Herengracht zagen het licht, resp. in 2000 en 2001.

Aan deze imposante collectie is nu een klein, maar goed verzorgd boekje toegevoegd over het grachtenservies van Nutricia. In 1962 kwam de marketingafdeling van dit bedrijf op het idee om zijn koffiemelk met koffiekommetjes te promoten. Op de roomwitte kommetjes werden de Amsterdamse grachtenwanden afgebeeld, getekend door H.E. Roodenburg (1895-1987). Er verschenen zes kommetjes met huizen van de Brouwersgracht, Singel, Kloveniersburgwal, Heren-, Keizers- en Prinsengracht. De kommetjes konden bij elkaar gespaard worden en dat was een doorslaand succes. In vier jaar tijd werden bijna twee miljoen kommetjes gemaakt. In 1964 werd de actie vervolgd met een compleet koffie- en ontbijtservies, bestaande uit borden, schalen en kopjes. Hoogtepunt van het servies vormt de koffiepot met de Westertoren aan de ene en de Montelbaanstoren aan de andere zijde.

Het servies is tegenwoordig nog erg gewild. In bijna alle rommelwinkeltjes vind je ze wel. En bij hoeveel Amsterdammers staat het servies in de kast? Er moet nog veel van in omloop zijn, gezien de hoeveelheid die destijds is geproduceerd.

Het door uitgeverij Pica uitgegeven boekje telt 72 pagina’s en is rijk geïllustreerd. Het boekje is in de eerste plaats interessant voor de verzamelaars van het Amsterdam-servies. We lezen hoe je kunt zien in welke fabrieken het serviesgoed is gemaakt, welke kwaliteiten er zijn, etc., en natuurlijk uit welke kopjes, borden en schalen het servies bestaat. Maar het boekje is ook interessant voor de liefhebbers van Amsterdam. De tekst is geschreven door kunsthistorica Anne Marion Cense. Zij analyseert de tekeningen van Roodenburg grondig en laat zien dat Roodenburg bewust enkele als lelijk of on-Amsterdams beschouwde – meestal 19de-eeuwse gebouwen – weglaat. Het beeld dat is vastgelegd, is in zekere zin het beeld van Caspar Philips dat zo krachtig is dat iedereen meteen ziet dat het om Amsterdam gaat. Je zou kunnen zeggen dat dat het beeldmerk van Amsterdam is. De koffie moest immers beter gaan smaken bij het gebruik van het servies. En wie wil dan dat zijn oog valt op een lelijke dissonant in de gevelwand?

Walther Schoonenberg

Anne Marion Cense, Het Amsterdamse Grachtenservies

(1) Paul Spies e.a., Het Grachtenboek, Den Haag, 1991 (2 delen).

(Uit: Binnenstad 215, februari 2006)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.