Ouder en saaier?

Nieuwe bewoners van de binnenstad

Het Parool bracht de mening van Jeroen Slot, hoofd onderzoek van het gemeentelijk bureau Onderzoek en Statistiek, onder de bovenstaande kop. Hij voorziet een verdere toename van de klachten door oudere bewoners “die ’s avonds vanaf elf uur rust willen hebben, terwijl voor andere mensen de dag dan pas begint. Festivals, parades en andere openbare festiviteiten worden door deze groep rustzoekers steeds meer als overlast ervaren.”

Wie zich het beeld van de grachtengordel in de avonduren in de jaren zestig herinnert weet dat de enkele verlichte ramen toen afkomstig waren van schoonmaakbedrijven, die de kantoren hun dagelijkse beurt gaven. Elk pand dat na restauratie weer bewoning uitstraalde was een kleine overwinning op de sfeer van moedeloosheid over de toekomst van de oude stad. Een Amerikaanse profeet, genaamd Jokinen, was op de markt om dat centrum eens krachtig op de schop te nemen, en te transformeren in een reusachtig verkeerscircuit met kantoortorens. Herstel van de woonfunctie in de monumentale bebouwing heeft de binnenstad gered. De ambtenaar Slot constateert met spijt “mensen die eenmaal in de binnenstad wonen, willen blijven profiteren van de voordelen van het centrum. Het is er gezellig en het ligt centraal.” Die nieuwe bewoners van toen, nu 40- tot 50-plussers, houden de historische stad in goede staat. Dat doen niet nachtelijke feestgangers.

Geurt Brinkgreve

(Uit: Binnenstad 209, januari 2005)