Amsterdamse gevelstenen

Gevelstenen op de Zeedijk

Een wandeling over de Zeedijk is voldoende om een goed beeld te krijgen van de ontwikkeling in stijl en vorm van de Amsterdamse gevelsteen. We vinden er één van de vroege 16de eeuwse stenen, er zijn exemplaren uit de 17de - en de 18de eeuw, een tekststeentje uit de 19de en een paar 20ste eeuwse voorbeelden.

Onderstaande opsomming, te beginnen bij de Prins Hendrikkade, behelst alle gevelstenen op de Zeedijk met een nadruk op die stenen waarmee de VVAG zich op een of andere wijze bemoeid heeft.

Sint Olofskapel

Naast de ingang van de Oudezijds- of Sint Olofskapel werd in 1992 een steentje ingemetseld waarop een stralende zon, het jaartal 1992 en de tekst BOUDEWIJN DE COURT ONDERWATER. De genoemde heeft vanaf het begin de herbouw/restauratie van de kapel begeleid. In mei 1992, kort voor de voltooiing en officiële opening is hij plotseling overleden. Ontwerp en uitvoering van de steen berustte bij restauratieatelier Snoep en Vermeer.

Zeedijk 10

In het kader van de Zeedijk-renovatie werd de tekststeen VISSERSWYK Ao 1754, afkomstig van een, voor de aanleg van de Metro-oostlijn afgebroken boerderij in Duivendrecht, in de zijgevel ingemetseld. De VVAG heeft de steen van dikke lagen verf ontdaan en 'm in een eenvoudige kleurstelling geschilderd. In het boekje "Een typografische wandeling door Amsterdam" (Ko van Harn, 1998) wordt, geheel foutief vermeld dat deze steen een oude wijkaanduiding zou zijn.

Zeedijk 12

In 1993 werd, onder auspiciën van Monumentenzorg 'het lachende luipaard' in de zijmuur van nummer 12 ingemetseld. De steen zat, getuige een foto in het archief van de VVAG, nog in 1971 op Zeedijk 47 en werd kort daarna bij een verbouwing uit de gevel genomen. Waarom het luipaard na de verbouwing niet terugkeerde is ons nooit duidelijk geworden. De VVAG heeft de steen laten polychromeren door Gerard Fraza in Wijk bij Duurstede.
Uit een artikel van B de Ridder (Maandblad Amstelodamum 36e jg. (1949) pag 44) blijkt dat in 1717 het huis Zeedijk 47 reeds de naam "t Luijpaard droeg.

Zeedijk 14

Wegens de aanleg van de Metro-oostlijn door de Lastage kwam een groot aantal gevelstenen 'vrij'. Het pand Dijkstraat 23 werd in 1974 gesloopt. De steen met de stadspoort die onder de daklijst van de 5-ramen brede gevel zat, werd opgeslagen op de werf van Monumentenzorg. Ondanks de toezegging dat de 'vrijgekomen' gevelstenen zouden terugkeren in de nieuwbouw in de Lastage, werd dit relief in 1991 ingemetseld in de zijmuur van Zeedijk 14. Gezien het koepeldak en de overdekte weergang is het voorgestelde gebouw zeker niet de Sint Antoniespoort (de huidige Waag) maar welk gebouw, fantasie of bestaand, wel is voorgesteld is niet bekend. Het is jammer dat de fraaie steen ongerestaureerd is ingemetseld en dat de voluten ter weerszijden ontbreken. Op oude foto's zijn ze duidelijk aanwezig, zijn ze op de werf weggeraakt?

Foto Bureau Monumentenzorg

Zeedijk 16

Tegelijk met bovengenoemde steen werd de ernstig gehavende werkende kuiper uit 1719 in de zijgevel van nummer 16 ingemetseld. Hij lag opgeslagen op de werf van Monumentenzorg. De herkomst was onbekend en ook de VVAG is er nog niet achter gekomen waar de steen vandaan komt. De steenhouwer heeft de prent 'De Kuiper' van Jan Luijken als voorbeeld genomen en aan de hand van deze prent had de steen dus voor de inmetseling gerestaureerd kunnen worden.

Foto Bureau Monumentenzorg

Zeedijk 16-18

De vroeg 16de eeuwse steen met een hangende jacht-, kruit- of drinkhoorn, werd, op initiatief van de VVAG, in oktober 1991 door Jan Hilbers hersteld. De vereniging bestond nauwelijks een jaar maar het Barbizon-hotel was met een verbouwing van het pand bezig en verleende alle medewerking. Afgezien van wat afbrokkeling langs de bovenrand was de steen nog opvallend gaaf maar het gotische onderschrift op de losse steen onder het relief was door het aanbrengen van een bierreclame zwaar beschadigd. De bijzondere steen, de oudste vermelding van een huis met de naam De Swarten Hoorn is in een rentebrief van 7 mei 1546, is weer een opvallend element in het huidige stadsbeeld.

Zeedijk 17

Een steen met het Amsterdamse stadswapen in de vorm van een hart. Deze heraldische mishandeling schijnt een hommage te zijn aan Ferdinand Holzhaus, eigenaar van enige horeca-ondernemingen in de omgeving. De steen werd in 1996 ingemetseld.

Zeedijk 19

De steen met het melkmeisje uit 1731, in de zijgevel zat ooit Goudsbloemstraat 207 en werd omstreeks 1875 door Suasso als 'vervallen' genoteerd. In 1961 werd ze door ondergetekende in Wassenaar gesignaleerd (Ons Amsterdam 13e jg. (1961) pag. 256) Later kwam ze op de werf van Monumentenzorg terecht en in 1989 werd ze hier ingemetseld. Door het initiatief van de VVAG kon Jan Hilbers haar vrolijk aankleden in 18de eeuwse boerinnendracht.
Het kleine steentje met het dorpsgezicht in de zijgevel van het pakhuis achter Zeedijk 19 is afkomstig van Palmgracht 17. In de Monumentenlijst van 1928 wordt de steen nog genoemd met de toevoeging 'onderschrift weggehakt'. Dankzij Suasso weten we dat er op de losse steen onder het relief Abbekerck heeft gestaan. Hilbers heeft het fijn gedetailleerde relief hersteld en van kleur voorzien. Verf en kleur op een gevelsteen verlevendigen niet alleen het beeld maar beschermen tevens het oppervlak tegen verwering en vervuiling.

Zeedijk 43

Van het steentje met het liggende kalf, een hand reikt 'm wat groenvoer aan, is weinig bekend. Jaar van inmetseling nog ontwerper of uitvoerder zijn ons bekend.

Foto Gemeentearchief

Zeedijk 65

De steen met het, met bloemen gevulde gevlochten mandje houdt de herinnering levend aan Bet van Beeren, de uitbaatster van het ooit befaamde café Het Mandje. Ben ten Holter zei over het café in zijn Groot Amsterdams Kroegenboek (1967): "Het vaste publiek bestaat voornamelijk uit mensen die het met hun eigen sekse het best kunnen vinden. De zaak is verder erg vriendelijk tegen mensen die er anders over denken". Bet van Beeren is in 1967 overleden, maar het café is nog lang door haar zuster open gehouden.

Zeedijk 82

Het duinlandschap met huiskerende jager, onderschrift Duyn sigt Anno 1725 kon in oktober 1996 door de VVAG opgeknapt worden. Onder dikke verflagen kwamen de kleursporen tevoorschijn, aan de hand waarvan de steen door Jan Hilbers gepolychromeerd kon worden. De konijntjes in de duinen zijn nu weer tevoorschijn gekomen, het dak heeft zijn stroo-structuur weer terug en het beslag op de deuren is goed te onderscheiden, zelfs de knopen op de jas van de jager zijn weer te tellen.

Zeedijk 84

De Bode op Emden werd in 1959 voor het laatst gerestaureerd. Toen ook kwam het onderschift in de puilijst tevoorschijn. De toen wel gepolychromeerde, maar niet aangeheelde steen is later toch weer met grijzig grauw bentheim overschilderd. De parmantige bode op Emden met z'n geldzak en het briefje in zijn linkerhand ziet er na de opknapbeurt van november 1996 weer prima uit. Daar de bode gekleed is volgens de mode van plm. 1625-1630 veronderstelt H W Alings dat de steen afkomstig is van de voorganger van het in 1660 gebouwde huidige pand (Maandblad Amstelodamum 47ste jg., (1960) page. 90-92).

Zeedijk 103

Een opvallende steen is te zien in de gevel van Zeedijk 103. Tot mei 1997 was het enige bijzondere aan dit pand de tekst D BRANDE WYNS KEETEL, gehakt in de natuurstenen puilijst, net zoals bij de bode op Emden. Toen wij in de verzameling van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap een tekening ontdekten waaruit bleek dat boven de tekst een gevelsteen had gezeten met de voorstelling van een distilleerderij, kon de VVAG aan het werk. Aan de hand van de tekening konden we de eigenaar overhalen het reliëf door Jan Hilbers te laten her-hakken. In 1997 werd de opnieuw in beeld gebrachte huisnaam ingemetseld en een stuk historie op de Zeedijk hersteld. (Zie het artikel Binnenstad 168, januari 1998, pag. 17.)

Zeedijk 120

Onopvallend onder het middenraam van de eerste verdieping zit een klein steentje met de volgende tekst: AAN GODS ZEEGEN / IS T AL GELEGEN / Ao 1854.
Een kleine schoonmaakbeurt en het inschilderen van de tekst zou dit enige 19de eeuwse gevelsteentje van de straat geen kwaad doen.

Zeedijk 123

Replica, op verkleinde schaal van de gevelsteen D'HULSE, die tot winter 1945 hier in de gevel zat. De tekst 'Het tijdlijk vergaat/ 't eewige bestaat' is vrijwel niet meer te lezen. Het steentje werd gemaakt door Faiencefabriek Westraven en hier in 1967 ingemetseld (H.W. Alings, Amsterdamsche gevelsteenen, 1949 pag 64 4n 113.)

Tekening uit H.W. Alings, 1949

Zeedijk 125

Het omgekeerde spaarvarken waar een aantal munten uitrollen is in 1996 ontworpen en uitgevoerd door Restauratiebedrijf Kneppers. Het steentje symboliseert de budgetoverschrijding tijdens de restauratie van het pandje voor de Amsterdamse Huizenhandel en Administratie Maatschappij (zie de letters op de munten).

Onno Boers

(Uit: Binnenstad 188, mei 2001.)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.