De strijd om het Binnengasthuisterrein

De vergadering

De sfeer in de Raadzaal van het stadhuis deed op 22 november 2000 denken aan de bewogen debatten van de jaren '60-'70, toen het ging over de ABN-bank Vijzelstraat, de doorbraak Nieuwmarkt, de kaalslag-sanering in de Jordaan. De publieke tribune was vol, en maakte telkens met luid applaus haar mening kenbaar. "Tekenen van instemming" heette dat in notulisten-taal. Burgemeester van Hall werd daar boos over, dan dreigde hij met ontruiming van de tribune.

Voorzitter van de raadscommissie die op 22 november 2000 naar 31 insprekers kwam luisteren was Roel van Duyn, lang geleden kabouter-wethouder, die rustig en met zo nu en dan een grapje de vergadering leidde. Alleen dr. Noorda, voorzitter van de Raad van Bestuur, UvA, moest herhaaldelijk gewaarschuwd worden dat hij zijn spreektijd overtrad. Noorda was dan ook de enige die pleitte voor het bouwplan. Het was zijn plan, alle aangeboden alternatieven waren onbruikbaar, de UvA had jarenlang gewerkt aan het programma van interne verschuivingen, alleen zo kon de UvA zich manifesteren als de grootste universiteit van Nederland. "Ook als de beste?" vroeg een raadslid. Wat Noorda niet noemde was het gemeentelijke persbericht van 8 november, over de besluitvorming van B. en W. waarin staat dat "er eisen worden gesteld aan goot- en bouwhoogte: de nieuwbouw mag vanaf de straat niet zichtbaar zijn. Ook het materiaalgebuik en de gevelstructuur moeten aansluiten op de omringende historische bebouwing". Het staat er echt, in een gemeentelijk stuk. De publieke tribune liet duidelijk merken dat men zich, om wijlen wethouder Koets te citeren, "hogelijk belazerd voelde".

Geurt Brinkgreve

(Uit: Binnenstad 185, november 2000)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.