Welstandstoezicht, een kanttekening

De stichting Welstandszorg Noord-Holland heeft een goed verzorgde nota doen verschijnen “WZNH 2000, visie op welstands- en monumentenzorg in Noord-Holland”. In het voorwoord staat: “Welstand is voortdurend in discussie.

Sommigen zien er een belangrijk wettelijk instrument in, waarmee op lokaal niveau de kwaliteit van bouwplannen tot op zekere hoogte kan worden gewaarborgd en gestimuleerd. Anderen vinden het een overbodig en hinderlijk beleidsonderdeel van het gemeentelijke bouw- en woningtoezicht, dat niet meer past in een tijd van toenemende individualisering en deregulering”.
Aan dat laatste had toegevoegd kunnen worden: “van het marktdenken als centraal beleidsprincipe”. Om die tegenstelling gaat het. Dat kan onder vele wattige woorden over dynamiek en economische noodzaak weggestopt zijn, maar het gaat uiteindelijk om het maximale rendement per vierkante meter stads- of dorpsgrond. Architect Weeber trok daaruit op een symposium over “Het beschermde stadsgezicht als opdracht”,de logische conclusie dat kantoortorens van honderd meter of hoger in de radiaalstraten van de grachtengordel mogelijk moeten zijn. Tussen deze denktrant en die van het beschermde stadsgezicht bestaat een onoverbrugbare tegenstelling, zoiets als tussen water en vuur. In dat beeld zijn de kantoortorens van Weeber zoiets als een volle emmer op een klein vuurtje. Het actuele gevaar is, om in datzelfde beeld te blijven, dat de overheid te weinig hout op het vuur legt om het goed te laten branden, en toelaat dat er telkens glaasjes water op worden gegooid onder geprevel van de tekst “moet toch kunnen, moet toch kunnen..”.

Geurt Brinkgreve

(Uit: Binnenstad 180, jan. 2000)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.