Ouder dan 50 jaar

De Monumentenwet-1988 verstaat onder ‘monumenten’: “alle voor tenminste vijftig jaar vervaardigde zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde”. Artikel 1, sub d, definieert beschermde monumenten: dat zijn monumenten welke zijn ingeschreven in de ingevolge deze wet vastgestelde registers.

Nu kan men over de criteria schoonheid en wetenschappelijke waarde van mening verschillen, maar de vijftig jaars-grens staat vast. Of toch niet? Stadsherstel had bezwaar gemaakt tegen de weigering van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg om een tweetal panden die in 1969 met subsidie waren gereconstrueerd, in de lijst van beschermde monumenten op te nemen. De Raad van State, afdeling Bestuursrechtspraak, verklaarde het hoger beroep ongegrond. In de uitspraak staat: “Vaststaat dat de onderhavige panden jonger zijn dan vijftig jaar. In 1969 zijn de panden volledig geamoveerd en daarna opnieuw opgebouwd. Een dergelijke wijze van reconstrueren behoeft niet in alle gevallen te verhinderen dat het desbetreffende pand wordt aangewezen als beschermd monument. Bijzondere omstandigheden, samenhangend met de wijze van herbouw, het gebruikte materiaal en het belang van het gebouw, kunnen aanleiding vormen een gebouw toch op de monumentenlijst te plaatsen”.
Plaatsing op de monumentenlijst betekent meer dan de wettelijke bescherming volgens artikel 11. Artikel 34 zegt: “Onze minister kan uit de rijkskas een uitkering verstrekken ten behoeve van het herstel en de instandhouding van beschermde monumenten”. Of de minister, d.w.z. de rijksdienst, dat ook feitelijk zal doen, hangt uiteraard af van de beoordeling van het ingediende plan en vooral van het beschikbare budget, en dat is, zoals iedereen weet, nog altijd te laag. Plaatsing op de Rijksmonumentenlijst geeft in ieder geval de eigenaar het recht om een subsidie-aanvraag in te dienen, en die aanvraag moet in behandeling worden genomen. Dat de rijksdienst verzoeken om panden in het register op te nemen kritisch bekijkt, ligt voor de hand. De vijftig jaars-grens trok een scheidslijn. De geciteerde uitspraak van de Raad van State ontneemt die scheidslijn zijn absolute geldigheid. Bij de genoemde “bijzondere omstandigheden” missen wij echter de belangrijkste, namelijk de waarde in het omringende stadsbeeld. Zeker bij wegens bouwvalligheid of anderszins onvermijdelijke herbouwingen gaat het juist om die stadsbeeldwaarde.

Geurt Brinkgreve

(Uit: Binnenstad 180, jan. 2000)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.