Daarin worden de effecten
beschreven van hoogbouwprojecten op windhinder, schaduwwerking,
straalpaden, sociale veiligheid, stedenbouwkundige structuur, en
nog veel meer. Al die effecten moeten worden beschreven,
argumentatie is niet verplicht. De Amsterdamse Raad voor de
Stedebouw, heeft hierover een advies uitgebracht, waaruit wij het
volgende citeren:
"Het blijkt in de praktijk dat, ook wanneer het
hoogbouwinitiatief afwijkt van het ruimtelijk beleid, dit de HER
geen aanleiding geeft dat beleid te veranderen, bijv. door een
ander plan op te stellen. Het initiatief wordt als uitgangspunt
genomen, de HER meet hoogstens, in hoeverre het afwijkt van het
structuurplan. Het hoogbouwplan is dan al in het stadium van
uitwerking gekomen met alle verwachtingen en investeringen
vandien. Het wordt lastig om terug te komen op een in het
voortraject van onderhandelingen ontstaan commitment tussen
ambtelijke diensten en initiatiefnemer. Dat zal ook de
objectiviteit van een door diezelfde dienst uitgevoerde
effectrapportage schaden."
Die laatste zin is van een keurige voorzichtigheid - stijl
poldermodel - maar dan wel op een herfstochtend met dichte
mistbanken, waarin hoogbouwplannen veilig kunnen gedijen tot ze
niet meer zijn te stoppen.
Geurt Brinkgreve
(Uit: Binnenstad 177, juli 1999)
Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.
Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.
Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.