Op de bres voor Amsterdam XLVIII

Van de kaart verdwenen?

Wie niets vermoedend op een hoge plek van deze buurt staat - hartje stad, direct achter de Damstraat - ziet er niets van. Wat zich daar beneden uitstrekt is een wirwar van platte daken. Het lijkt een volledig volgebouwd stukje stad. Wie echter beter weet kan ergens nog een klein stukje doorgang tussen de bouwsels ontwaren. Het is het laatste stukje van een middeleeuws straatje dat ooit de Steenhouwerssteeg verbond met de volgende straat, de Pieter Jacobszstraat.
De Steenhouwerssteeg stelt - op kleiner formaat - dezelfde opgave als aan de NZ Voorburgwal het Blaeu Erf en het stuk middeleeuwse stadsaanleg dat werd gesloopt om er De Kolk te bouwen. Stadsherstel ging uit van het oude stegenweefsel, dat ter wille van de veiligheid nu alleen toegankelijk is voor de omwonenden. Wat er tussen de Nieuwendijk en de NZ Kolk gebeurde is inmiddels bekend als een grove mislukking.

Maar de steeg is van de kaart verdwenen. Een poortje in de smalle Steenhouwerssteeg geeft toegang tot de laatste paar overgebleven meters. Tussen de zwaar onderkomen gevels zijn nog enkele oude gootstenen te zien die vroeger afwaterden op de buitengevels. Een oorspronkelijk prachtig geprofileerde, maar nu geheel verrotte puibalk, steunt de tweede en de derde verdieping van een van de huisjes. Alleen dit stukje van de steeg wordt nog gebruikt. De rest is in de loop der tijden - clandestien? - geannexeerd door huizen en bedrijfjes aan de Pieter Jacobszstraat en de Pieter Jacobszdwarsstraat. De uitgang aan de Pieter Jacobszstraat is alleen nog als een houten deur in de gevelrij herkenbaar, voor wie het weet.

Daar waar de 'verdwenen steeg' in de Steenhouwerssteeg begint heeft zich de afgelopen tientallen jaren een unieke populatie van moeilijk te huisvesten studenten, kunstenaars en musici gevestigd. Dit sociale weefsel houdt vanaf de dakterrassen een wakend oog op het gebeuren in de Steenhouwerssteeg. Want ondanks het hek dat de steeg aan beide kanten afsluit - maar in verband met brandgevaar niet op slot is - is de steeg voor iedereen toegankelijk. Zonder de controle van de bewoners zouden junks, dealers en wildplassers er hun gang kunnen gaan en zou het inbreekgevaar in het hele blok sterk toenemen.

Het Amsterdamse Grondbedrijf, eigenaar van een groot aantal panden in het buurtje, wilde begin 1998 na jarenlang uitstel een renovatie doorvoeren voor de panden 6, 8 en 10 in de Steenhouwerssteeg. Deze plannen zouden catastrofale gevolgen kunnen hebben voor de buurt. Niet alleen zou een aantal restanten van middeleeuwse bebouwing gevaar lopen, door het teruglopen van de woonfunctie zou ook de sociale controle achteruitgaan. Het inbreekgevaar zou ineens veel groter worden en elementen van (kunst)historische waarde zouden kunnen verdwijnen. Bovendien zou de horeca aan de Damstraat en aan de Oudezijds Voorburgwal kans kunnen krijgen, zich nog verder uit te breiden.

De aanvankelijke aanpak van het Grondbedrijf leek rechtstreeks ontleend aan Kafka: deurwaarders-exploten, dreigende uitzettingen en geen overleg met de bewoners. Nadat de bewoners, met inschakeling van het Wijkcentrum d'Oude Stadt, vanaf april 1998 een overlegsituatie met de Dienst Binnenstad hadden georganiseerd, ging de communicatie beter. Er kwam overleg tussen beide partijen en het Grondbedrijf kwam met nieuwe voorstellen voor het renoveren van de bebouwing. De sloop van enkele bijzondere gedeeltes is nu van de baan en er wordt een cascotechnische vernieuwing voorbereid. Hopelijk leidt dit tot een aanpak van deze kleine 'buurtschap' die tegemoetkomt aan de wensen van de bewoners. Dat zou wel eens de beste manier kunnen zijn om de leefbaarheid in dit deel van het hart van de oude stad - omgeven door wallen, horeca, toerisme en kleine criminaliteit - zeker te stellen.

Marcel Hansink en Joshua Janssen

(Uit: Binnenstad 176, mei 1999)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.