Uitbreiding van Tuschinski

Al eerder hebben wij aandacht besteed aan de plannen van het bioscoopconcern Pathé om naast de huidige bioscoop van Tuschinski een formidabele uitbreiding te realiseren. Het bestemmingsplan ter plekke is inmiddels via een ontwerp-bestemmingsplan, toegespitst op het bouwplan, aangepast.

Over de functie en de vormgeving van de 13 bioscoopzalen - gestapelde schoenendozen - is nauwelijks discussie gevoerd. Een probleem vormde tot nog toe de gevel aan de Vijzelstraat. Noch het eerste ontwerp, een "geopende muil" in de gevelwand, noch het tweede ontwerp (een soort schilderijlijst of een gigantische schoorsteenmantel) kon de goedkeuring van de Welstandscommissie verwerven. Het negatieve advies werd door het gemeentebestuur overgenomen.
Inmiddels heeft het bioscoopconcern een beroemde Franse architect, Christian de Portzamparc, aangetrokken om uit de impasse te komen. En ja hoor, het werkte. De leden en de voorzitter van het Welstandstoezicht kwamen nog net vóór het vakantieseizoen op woensdag 4 juni 1997 de vergadering van de gemeenteraadscommissie voor Volkshuisvesting, stadsvernieuwing, ruimtelijke ordening en grondzaken binnenstappen. De 'Welstanders' sjouwden een maquette en een hoeveelheid beeldmateriaal mee om hun positieve advies met beeldmateriaal te onderbouwen.

Het ontwerp van de Nederlandse architect G. van Delft werd afgekeurd. Het ontwerp van de Franse architect Christian de Portzamparc werd goedgekeurd.

Uiteraard werd door de voorzitter gememoreerd dat de twee voorgaande plannen, wat betreft de voorgevel aan de Vijzelstraat, in hun ogen geen genade hadden kunnen vinden. Het nieuwe ontwerp was echter van een geheel andere orde. De voorgaande plannen gaven onvoldoende gezicht aan de nieuwe functie in de stad. Er was ruimte voor een grote nieuwe bestemming in de bestaande wand. Bij de nieuwe functie hoort een ander gezicht om die nieuwe functie te verbeelden; zij dient bovendien een verband te leggen met de bestaande bebouwing.
In het nieuwe ontwerp is het probleem op een intelligente manier opgelost. Dit is een architectonisch gebaar en een nieuw icoon van Amsterdam en vormt daarom een nieuw gezicht van de stad. Door de in drieën gedeelde gevel met de schuine vlakken is een versneld perspectief ontstaan van de Kalverstraat naar binnen. In de bijvoegde Engelse tekst van de architect werd ook het belang van de voetgangersstromen van de Kalverstraat onderstreept, want: "it is a crowded place".
De bedoeling van de architect was om vanaf de Kalverstraat en vanuit een in de Vijzelstraat rijdende automobilist een aantrekkelijke "presence" van de bioscoop te bieden.
Na al het verbale geweld moesten de raadsleden wel toegeven dat zij niet echt deskundig waren en daarom de Welstandscommissie in het leven hadden geroepen.
Roel van Duijn (De Groenen) drong er als enige op aan om maar negatief te adviseren aan Burgemeester en Wethouders. Els Agsteribbe (PvdA) vond het weliswaar een redelijk knap ontwerp, maar vond het toch wel buitengewoon kolossaal. Zij had grote twijfels over de schaal en de maat en zou het punt nog in haar fractie aan de orde stellen. Op vragen naar het materiaalgebruik werd geantwoord, dat de gevel zou worden gemaakt van een lichte baksteen met stalen strips met een speklaag en met een lichtplafond. De reclame zou beperkt worden tot de vitrines en de aan de gevel bevestigde naamvermelding.
De Franse architect zegt er het volgende over: "On the brick walls, details of dots of light and metalic Unes marking the perspective netwerk will give decorative subtile perceptions of the building, and balance the simplicity of the volumes. The system of volumes and openings gives views toward the inside, so that people can guess the activity with mystery and curiosity."
Nadat de voorzitter van de Welstandscommissie er nog op wees dat het geen "kermis" mocht worden, werd het kolossale gerelativeerd door de voorzitter van Commissie I van de Welstandscommissie die een houten raam dat exact de hoogte en breedte aangaf van het voormalige Carlton-hotel, de overbuurman van de nieuwe bioscoop, vóór de maquette plaatste. Over de hoogte en de breedte werd vervolgens terecht door de Welstandscommissie opgemerkt dat die nu eenmaal geregeld werden in de door de Raad goedgekeurde bestemmingsplannen.
Een wijs raadslid, de heer van Bommel van de SP, merkte aan het einde van de vergadering op dat het misschien verstandig zou zijn, als we dit soort volumes niet wilden, om er eerder, en wel bij de vaststelling van bestemmingsplannen, rekening mee te houden. Hij vulde vervolgens nog aan dat als zou blijken dat de Welstandscommissie het niet goed deed, de door de Gemeenteraad benoemde commissie ook door de Gemeenteraad ontslagen zou kunnen worden. Zijn eindoordeel bewaarde hij tot het gebouw gerealiseerd zou zijn. Door de voorzitter van de Schoonheidscommissie werd nog wel opgemerkt dat achteraf kan worden vastgesteld dat het misschien toch beter zou zijn geweest om de ingang van de 13 nieuwe zalen niet aan de Vijzelstraat maar in de Reguliersbreestraat te realiseren. Tuschinski, Cineac en de nieuwe gevel van Christian de Portzamparc zouden dan niet alleen drie voorbeelden uit drie perioden laten zien, maar elkaar ook aanzienlijk hebben versterkt.

Frans Amende

(Uit: Binnenstad 165, sept. 1997.)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.