Hoogbouw

De schrijver Albert Helman: 'We kunnen snelle vliegreizen maken en keren weer terug, de televisie wekt de suggestie dat we tot de wereld behoren, maar ik geloof daar niet in. De benauwenis is niet verdwenen. Nieuw Amsterdam is weliswaar New York geworden, maar nu probeert oud-Amsterdam een pseudo-New York te zijn'.

De Amerikaanse hoogbouw-projectontwikkelaar J. Paul Beitler: 'We onderzoeken van alles aan het gebouw - de effecten van de wind, het heen en weer zwiepen - maar over psychologische uitwerking wordt in Amerika niet eens gepraat. Uiteindelijk hebben mensen ook de keuze waar ze willen werken, als het niet bevalt gaan ze ergens anders werken. Maar in Chicago is hoogbouw een way of life, we houden er van'.
Beide uitspraken waren te lezen in NRC/Handelsblad van 29 maart. Beitler hield zijn verhaal op een symposium van de Stichting Hoogbouw in Rotterdam. Dat vond hij een 'exeiting city with real movement'. Zelf is hij bezig met het hoogste gebouw ter wereld: 125 verdiepingen. Hoogbouw betekent vooruitgang. Zijn Miglin-Beitler Tower blijft nét onder de door de luchtvaartautoriteiten bepaalde maximum-hoogte van 2000 voet, of 604 meter. Bovenin komen radio- en t.v-antennes. 'Deze bronnen van extra-inkomsten betekenen dat de exploitatie voor de helft al rond is voordat er één kantoor verhuurd is', zo betoogde hij. Zijn gehoor was onder de indruk. Burgemeester Peper: 'Hoogbouw is méér dan alleen de oplossing van het ruimtegebrek'. Ir. Buijs van de Planologische Dienst: 'Van dichtslibben is geen sprake. Stedebouwkundig is het zonder meer de moeite waard de weg van de hoogbouw in te slaan. En over een verschuiving van onze wooncultuur ben ik gematigd optimistisch'.
Optimistisch waren ook de ontwerpers van de Bijlmermeerblokken die, naar het oordeel van een commissie waarvan ir. Buijs lid was, nu beter gesloopt kunnen worden. Optimistisch is J. Paul Beitler: hij bereikt een record, hij is hoger dan alle concurrenten, hij gaat er veel geld mee verdienen. Of de mensen zich in zijn recordtoren op hun gemak voelen, afgezien nog van de mensen die in de schaduw en de trekwind rondom de toren wonen en werken, laat hem Siberisch koud. Daar wordt in Amerika niet eens over gepraat: no nonsense. Was het niet de grote Henry Ford die zei 'history is bunk'?
Het is goed dat deze dingen duidelijk hardop worden gezegd. Daar hebben we meer aan dan aan het in Amsterdam bekende wattige gewauwel dat de stad nog steeds boeiender wordt door gebouwen die in schaal en vorm contrasteren met hun omgeving. Dat wil zoveel zeggen als: de oude stad is prachtig en daarom moet zij stap voor stap weggeruimd worden, zo wil het de vooruitgang nu eenmaal. Nee, dan kunnen wij beter luisteren naar de Amerikaan die zegt waar het op staat: het kan hem geen lor schelen, hoe de gebruikers van zijn torens zich voelen, zolang hij maar de hoogste, de meest opvallende en meest winstmakende blijft. Goed luisteren om even duidelijk nee te zeggen. Oud-Amsterdam hoeft geen pseudo New York te worden!

Geurt Brinkgreve

(Uit: Binnenstad 120, april 1990)

Door in te loggen, kunt u ondermeer uw gegevens beheren. Alleen leden hebben een inlogaccount.

Reacties

Er zijn momenteel nog geen reacties op dit artikel.

Alleen als u bent ingelogd, kunt u een reactie plaatsen.