[Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad]

Comité Burgerinitiatief ElandsGRACHT

Ingezonden brief Het Parool

Referendum Elandsgracht: feest voor de democratie

In Het Parool van 12 januari roept de Winkeliersvereniging Elandsgracht de deelraad op het Burgerinitiatief over het opengraven van de Elandsgracht – in combinatie met een ondergrondse parkeergarage voor bijna vierhonderd auto’s – niet ontvankelijk te verklaren. Op die manier wordt voorkomen dat de bewoners van de binnenstad een oordeel mogen geven over het resultaat van de in de Jordaan gehouden buurtconferenties.

Het Comité Burgerinitiatief Elandsgracht heeft het vereiste aantal handtekeningen opgehaald om een geldig burgerinitiatief te zijn. Om ontvankelijk te zijn, moet het initiatief voldoende zijn onderbouwd. Onze onderbouwing bestaat uit het ‘Haalbaarheidsonderzoek Opengraven Grachten’. Dat rapport toont aan dat het grachtenplan technisch én financieel haalbaar is. De parkeergarage financiert zichzelf en de daarboven te maken gracht. De winkels worden niet bedreigd, integendeel: Amsterdam krijgt een unieke winkelgracht die veel aandacht zal trekken en die aandacht ook met ondergrondse parkeerplaatsen kan bedienen. Een buitenkansje voor ondernemende winkeliers. Een ei van Columbus dus, dat niet alleen snel uitgevoerd maar ook nagevolgd dient te worden. Kan een burgerinitiatief nog beter onderbouwd worden dan met een door ambtenaren opgesteld en door een stadsdeelbestuur voor inspraak vrijgegeven document?

Dat ons initiatief niet goed onderbouwd zou zijn, lijkt ons een gelegenheidsargument om het referendum om zeep te helpen. De tegenstanders zeggen dat wij misbruik maken van de directe democratie om de participatiedemocratie te verdringen. Immers, er zijn een inspraakavond en een aantal buurtconferenties gehouden waarin de buurt zich zou hebben uitgesproken tegen het grachtenplan. Daarom zouden wij geen recht van spreken hebben.
Maar wij vertegenwoordigen wel degelijk een geluid uit de buurt. Wij hebben ondervonden dat veel bewoners van de Elandsgracht, die vóór het opengraven zijn, zich niet publiekelijk durven uit te spreken. Het Comité bestaat daarom uit bewoners van de Jordaan (waaronder de Elandsgracht) en bewoners van andere delen van de binnenstad. Bijvoorbeeld klanten van de winkels op de Elandsgracht die op een afstand van nog geen tweehonderd meter van de gracht wonen. Wij vragen ons af of zij minder recht hebben op een mening over de Elandsgracht dan winkeliers die niet in de straat of zelfs niet in de buurt wonen. Daar komt nog bij dat het maken van een parkeergarage aan de rand van de binnenstad een belang vertegenwoordigt dat aanzienlijk groter is dan dat van de Elandsgracht. Overigens is het nog maar de vraag of het niet in het belang van de winkeliers is. Het water is het ‘blauwe goud’ van Amsterdam. Daarin kunnen de winkeliers concurreren tegen een winkelcentrum aan de rand van de stad, want in de binnenstad is het veel gezelliger, omdat je na het winkelen op een terrasje aan het water kunt zitten waar altijd veel te doen is. Dat tegelijkertijd de schoonheid van de stad aanzienlijk wordt vergroot als het parkeerterrein plaats maakt voor een gracht, is meegenomen. En dat gaat álle 80.000 bewoners van de binnenstad aan.

Er is wel degelijk draagvlak voor het grachtenplan in de buurt. Dit is immers gebleken in een aantal telefonische enquêtes die door de gemeente zijn gehouden. Waarom was dat geluid dan niet te horen op de buurtconferenties?
Na de luidruchtige inspraakavond in de Rode Hoed en de agressie in de buurt tegen de voorstanders – er moest zelfs aangifte bij de politie worden gedaan omdat een bekende voorstander werd bedreigd – hadden de voorstanders om begrijpelijke redenen geen zin meer om deel te nemen aan buurtbijeenkomsten die door de winkeliers werden overheerst. Tekenend is dat het door de winkeliers ontwikkelde plan niet met de bewoners van de Elandsgracht is overlegd. Zelfs van huis-aan-huis verspreiding is tot dusver geen sprake geweest. Toch wordt geschermd met draagvlak.
Wij denken dat alleen bij een geheime stemming de waarheid over het draagvlak voor een gracht in de buurt naar boven zal komen. Dan beslissen, zeggen de winkeliers, 66.000 kiezers over hun lot. Dat is natuurlijk altijd zo bij referenda. Maar naar onze mening zijn de binnenstadsbewoners intelligente mensen die ook het legitieme belang van de winkeliers mee zullen wegen. Het is onze taak in de referendumcampagne aan te tonen dat het maken van een gracht en een parkeergarage een algemeen belang dient waaruit ook de ondernemers hun voordeel kunnen halen. Volgens ons is het dus heel democratisch om het resultaat van de buurtconferenties voor te leggen aan de bevolking.

De andere argumenten van de Winkeliersvereniging tegen de ontvankelijkheid van ons initiatief deugen ook niet. Het zou gaan om een besluit dat nog geen vier jaar tevoren is genomen, maar het besluit de Elandsgracht niet open te graven, wordt pas op 26 januari genomen. Dat is vervolgens een referendabel raadsbesluit. Het zou gaan om een bestemmingsplan. In werkelijkheid gaat het om een Plan van Aanpak. En het initiatiefvoorstel zou de belangen van een kwetsbare groep schaden. Ook dat is onzin: de ondernemers zijn een zeer weerbare groep, niet vergelijkbaar met daklozen of drugsverslaafden waar de Referendumverordening op doelt.

Er is dus geen enkele reden het burgerinitiatief niet ontvankelijk te verklaren. Als de deelraad de democratie smoort door het initiatief niet ontvankelijk te verklaren, zou grote schade aan de democratie worden toegebracht. Wie zal het dan nog aandurven een burgerinitiatief in te dienen? Wie zal dan nog een deelraad serieus nemen die niet wil weten of een plan, dat uit haar eigen boezem is voortgekomen, op draagvlak onder de bevolking kan rekenen?

Marianne Buddingh
Comité Burgerinitiatief ElandsGRACHT

(20/1/2006)